Just another WordPress.com weblog


2 reacties

Effectief en duurzaam afvallen – vervolg

We zouden even terug komen op de invloed van de oestrogenen op de functie van de schildklier.

Zoals elders op deze weblog is beschreven moet het schildklier pro-hormoon omgezet worden in de biologisch actieve vorm T3. Dit is een uiterst belangrijke stap maar geen functie meer van de schildklier zelf. Daarom is het zo’n ernstige beperking om alleen naar de functie van de schildklier te willen kijken. Zelfs als iemand een normale schildklierfunctie heeft kan het nog zo zijn dat bijvoorbeeld de omzetting T4 naar T3 gebrekkig verloopt.

  1. Teveel oestrogeen kan leiden tot een gebrekkige T4/T3 omzetting.
  2. Teveel oestrogeen kan de opname van de schildklierhormonen afremmen.
  3. Teveel oestrogeen kan leiden tot een te hoge productie van het schildklierhormoon transport eiwit (TBG = Thyroid Binding Globulin). Hierdoor is teveel T4 en T3 gebonden en is er een tekort aan het zogenaamd vrij-T4 en vrije-T3 (resp. FT4 en FT3).
  4. Teveel aan oestrogeen is een belangrijke component voor het ontstaan van auto-immuun ziekten, waardoor het ook een rol kan spelen bij schildklier auto-immuun ziekten als Hashimoto en Graves.
  5. In de periode van de menopauze dalen de progesteron waarden sterk en kan er gemakkelijk een (nog sterkere) oestrogeen dominantie ontstaan. Reden waarom aandoeningen als hypothyreoïdie (te trage schildklier) maar ook Hashimoto drastisch toenemen in de periode van de menopauze.

Wat zijn de meest  voorkomende oorzaken van een oestrogeen dominantie?

  • Overproductie in vergelijking met de productie progesteron.
  • Stress is een belangrijke factor. Het stress hormoon cortisol wordt namelijk gemaakt van progesteron. Chronisch verhoogde cortisol productie zorgt er dan voor dat er te lage progesteron waarden ontstaan. Eenvoudig gezegd; als het lichaam moet kiezen  tussen ‘overleven’ en ‘voortplanten’ gaat overleven altijd voor (cortisol dus).
  • Hormonale anticonceptiva kunnen een verstoring van de schildklierstofwisseling geven.
  • Voeding: volgens sommige bronnen is het gebruik van voeding de grootste oorzaak van oestrogeen dominantie bij vrouwen. O.a. doordat voeding resten bevat van een groep pesticiden die vallen onder de “Endocrine Disrupting Chemical” (Hormoon Verstorende Chemicaliën). Maar ook teveel cafeïne, suiker, geraffineerd voedsel e.d. kunnen een oestrogeen verhogend effect hebben. Maar ook de hedendaagse gluten en koemelk kunnen een verstoring geven van de hormoonhuishouding.
  • Het gebruik van voedsel met Fyto-oestrogenen, zoals soja.
  • Obesitas zelf. Dat is een lastige, want vetcellen kunnen oestrogeen produceren en de berucht groep xeno-oesterogenen (zie verder) hebben de neiging zich op te hopen in het lichaamsvet. Vetweefsel is niet een soort passief reserveweefsel maar het participeert actief in de stofwisseling.
  • Alles wat de lever te sterk belast (zoals overmatig alcoholgebruik) kan leiden tot een verminderd vermogen tot afbraak van oestrogenen, dat in de lever plaats vindt.
  • Xeno-oestrogenen: er is een grote groep synthetische stoffen die evenals oestrogeen óók aanhechten in het het lichaam aan de oestrogeen receptoren. De plastic-weekmakers zijn daarvan een beruchte vertegenwoordiger, maar zoals gezegd, ook bepaalde pesticiden. Verder vallen bepaalde industrieel gebruikte oplosmiddelen hieronder. Stoffen die gebruikt worden in cosmetica, in schoonmaakmiddelen, in lijm, in verf, in vloerbedekking etc.

toxicfood

Oestrogeen dominantie kan worden vastgesteld met een speeksel-hormoontest. Wanneer DHEA en testosteron laag zijn, oestrogeen (estradiol) is normaal of hoog en progesteron is laag, dan is er sprake van een oestrogeen dominantie.

Wat in dit hele verhaal nog niets eens is meegenomen is het gegeven dat het gebruik van synthetische vrouwelijke hormonen (zoals de anticonceptiepil) tot een blijvende afname van de gevoeligheid van bepaalde hormoonreceptoren kan leiden. Dit is te corrigeren, maar gebeurt dat niet dan kan het een blijvende behandelblokkade zijn waardoor herstel van een optimale hormoonhuishouding en stofwisseling (en dus verlies van overtollig gewicht) geblokkeerd kan worden.

Alles met elkaar illustreert bovenstaande waarom gewichtsverlies bij vrouwen in de regel een complexere aangelegenheid is dan bij de meeste mannen. Zeker in een tijd dat het aantal hormoonverstorende invloeden (bij vrouwen) enorm is.

Zowel een te trage schildklierstofwisseling als een oestrogeen dominantie zijn ‘dikmakers’ die elkaar dus ook nog eens onderling versterken.

Daarom dient ook overgewicht altijd vanuit een systemische visie benaderd te worden. Vrouwen die met het 2.5 Vasten Dieet niet of te weinig afvallen zouden zich moeten laten onderzoeken of er bovenstaande factoren zijn die hiervoor verantwoordelijk zijn.

 


Een reactie plaatsen

Effectief en duurzaam afvallen (VII)

Eén van de mogelijke blokkades waarom gewichtsverlies of liever “optimalisatie” van het gewicht, niet of moeizaam lukt is het verschijnsel van exorfinen-belasting. Exorfinen zijn polopeptiden die in de spijsvertering ontstaan als gevolg van de vertering van gluten, koemelk-eiwitten, soja of spinazie. Daarnaast kunnen bepaalde micro-organismen in de darm deze stofjes produceren. Dr. William Davis behandelt het thema in relatie tot tarwe, in zijn boek “Broodbuik” op pagina 64 “Exorfinen” de tarwe-breinconnecetie”.

wheat-belly

Uitgebreide informatie over het thema is te vinden op de zeer informatieve website van Exendo. Ook heeft er een lezenswaardig reeks artikelen gestaan in het tijdschrift Arts Therapeut & Apotheker en heeft de website van de natuurdiëtisten goede informatie over dit thema. Kortom er is genoeg goede informatie over dit onderwerp te lezen.

exorfinen

(Bron: Exendo.be)

De effecten van een exorfinen-belasting zijn zeer divers, maar één van de gevolgen is dat het een verstoring geeft van het verzadigingsgevoel waardoor mensen met een exorfinen belasting doorgaans veel meer eten dan nodig en goed is voor ze. Of er sprake is van een exorfinen belasting is middels een urine test vast te stellen.

 


Een reactie plaatsen

-18

De kop van deze blog slaat niet om een mogelijk naderende strenge winter maar is een vervolg op de reeks: “Effectief en duurzaam afvallen” (VII).

cold-9d26a57bc0133252e4e70fb06ca4c1d6e74c778a-s300-c85

De teller van het gewichtsverlies staat namelijk momentel op -18, nog 4 te gaan. En wederom, moeiteloos! Sterker nog, op de niet-vasten dagen heb ik me echt niet ‘ingehouden’ tijdens de decembermaand.

Er zijn een aantal mogelijke ‘blokkades” waarom de methode misschien niet bij iedereen zo succesvol is. De belangrijkste daarvan wil ik in de komende blogs behandelen.

  1. Exorfinen belasting
  2. Te trage schildklier stofwisseling (let op: dat is niet synoniem met schildklier-functie: zie elders op deze weblog).
  3. Tekorten aan essentiële nutriënten

 

Wordt spoedig vervolgd.


2 reacties

Effectief en duurzaam afvallen? (IV)

Eén van de boeiende elementen van de rondgang die Michael Mosley heeft gehouden door de wetenschap is dat hij allerlei vormen van vasten geprobeerd heeft, maar steeds heeft vastgehouden aan zijn uitgangspunt, dat het wel leuk moet blijven.

Maar eerst even naar het biologisch principe van de Hormesis. Mosley beschrijft het in zijn boek  (“The fast diet”), onder het kopje “That which does not kill us makes us stronger” (Dat wat ons niet doodt maakt ons sterker). Het hermetisch principe is een bijzondere relatie tussen de dosis van een stof of een prikkel, en het effect. Wikipedia beschrijft het als volgt: Hormesis is in de toxicologie het fenomeen dat een stof die in hoge dosis schadelijk is voor een organisme, bij lage dosis positieve effecten kan hebben.

Anders gezegde en gedoseerde prikkel kan juist een stimulerend effect hebben. Laten we het illustreren aan de hand van de calorie-inname. Heel veel diëten die zich mogen verheugen in tijdelijke grote aandacht, de zogenaamde hypes, zijn gebaseerd op het principe van de calorie-restrictie. Dat wil zeggen dat er dagelijks beduidend minder calorieën worden gegeten (natuurlijk eet je geen calorieën maar het is een maat voor de hoeveelheid energie die een voedingsmiddel bij verbranding in ons lichaam kan opleveren), dan dagelijks gemiddeld nodig is (vrouwen ca. 2000 kCal/dag en mannen ca. 2400 kCal/dag). De gedachte is dat als je maar minder inneemt dan het lichaam nodig heeft dat het lichaam dan automatisch de opgeslagen reserves (vetweefsel) gaat aanspreken om het tekort aan te vullen. Mathematisch lijkt dat een waterdicht verhaal, maar dat is het niet. Er is veel over te zeggen maar dat ga ik nu niet doen. Eén van de ongewenste effecten van deze doorlopende (!) stress is dat de schildklierstofwisseling blijvend vertraagd waardoor mensen wanneer ze weer normale hoeveelheden gaan eten snel in gewicht aan komen en niet zelden hoger uitkomen dan het startgewicht. Het beruchte jojo-effect dat menigeen al tot wanhoop heeft gedreven. Je zou zondermeer kunnen stellen dat deze doorlopende (en dús niet gedoseerde) stress een negatief effect heeft.

diet-11

Bij intermitterend vasten wordt er periodiek met een interval een calorie-stress gecreëerd. In het onderzoek over dit fenomeen zijn bij knaagdieren alle mogelijke varianten onderzocht. Mosley vond uiteindelijk dat het ritme van 2 dagen per week een beperkte calorie-inname t.o.v. 5 dagen per week normaal eten goed te doen was ook op de lange termijn. Vandaar de naam van zijn methode 2.5 Vasten Dieet.

Deze gedoseerde calorie-stress heeft tal van positieve effecten: verlies van overgewicht, structurele daling van de IGF-1 productie etc.

Kort gezegd komt het er op neer dat gedurende 2 niet-aaneengesloten dagen per week (bijv. maandag en donderdag) de voedselinname vanuit calorisch oogpunt wordt teruggebracht tot 25% van de normale richtlijn. Dus vrouwen mogen op die ‘vastendagen’ max. 500 kCal nuttigen en mannen max. 600 kCal.

De overige dagen mag dan normaal gegeten worden. Uiteraard moet men die overige dagen niet gaan overcompenseren, maar de ervaring leert dat die behoefte niet bestaat.

Het betekent overigens wel, en daar zit wat mij betreft een zwakte in het programma, dat je op de zgn. vastendagen calorieën moet gaan tellen.

calories_counter_21747_1_1_730

Persoonlijk vind ik dat, temidden van een druk bestaan, een uiterst vervelende bezigheid. Mosley heeft er wel wat op gevonden door een receptenboek uit te brengen met recepten die al aan de genoemde calorische restrictie voldoen. Maar dan betekent het dus op de vastendagen dat je steeds met een kookboek in de hand de avondmaaltijd moet bereiden en niet iedereen heeft daar zin in of tijd voor. Ik heb het vorig jaar een periode gedaan maar al snel was dit de reden dat het rommelig werd en uiteindelijk dat ik er mee stopte.

Over mijn oplossing van dit probleem de volgende keer meer.


Een reactie plaatsen

Effectief en duurzaam afvallen ? (III)

In Equador leeft een groep mensen met een zeldzame genetische afwijking (minder dan 350 wereldwijd) die het Syndroom van Laron wordt genoemd. Het is een aandoening waarbij de betrokkenen een defect hebben in bepaalde groeihormoon-receptoren. Het gevolg is dat ze o.a. kleiner blijven dan mensen die dit genetisch defect niet hebben. Echter, een opvallend fenomeen is dat deze mensen ongevoelig lijken te zijn voor beschavingsziekten als Diabetes mellitus type II en kanker.

Er is onderzoek verricht aan muizen die genetisch zodanig waren gemanipuleerd dat ze een vergelijkbare stoornis hadden, ze worden dan ook de Laron muizen genoemd. Ook hier trad een vorm van dwerggroei op t.o.v. de soortgenoten die de betreffende afwijking niet hadden. Maar, onder gelijke omstandigheden, leefden de Laron muizen maar liefst 2x micezo lang dan hun normale soortgenoten.

De reden hiervoor was dat de Laron muizen als gevolg van de genetische manipulatie ongevoelig waren voor een stofje in het lichaam dat we IGF-1 (Insulin like Growth Factor 1) noemen. Als je jong bent en in de groei heb je IGF-1 en andere groeifactoren nodig voor je ontwikkeling. Maar op latere leeftijd leidt het tot een versnelde biologische veroudering en een toename van beschavingsziektes als Diabetes type II en kanker.

Het vele onderzoek dat is gedaan met betrekking tot alle mogelijke vormen van vasten heeft aangetoond dat het een manier is om de IGF-1 productie in het lichaam te reduceren, met alle gunstige gezondheidsaspecten van dien.images-1

Daarnaast heeft vasten nog veel meer heilzame effecten, maar voor deze blog wil ik me hiertoe even beperken.

Zonder overdrijven kunnen we stellen dat IGF-1 een stofje blijkt te zijn waarvoor geldt dat een te hoge concentratie op volwassen leeftijd een belangrijke voorwaardelijke factor is voor tal van beschavingsziektes zoals overgewicht, Diabetes type II en kanker.

In de volgende blog morgen, een vervolg, over de waarde van intermitterend vasten.


3 reacties

Koolhydraten maken ziek, niet vet.

De wetenschapsjournalist Gary Taubes heeft in zijn monumentale boek “Good Calories, Bad Calories” overduidelijk aangetoond dat de wetenschappelijke literatuur inzake de relatie tussen voeding en gezondheid slechts ruimte laat voor een eenduidige conclusie: het zijn de koolhydraten die in onze moderne tijd de mens ziek maken, niet de vetten.

Hieronder vindt u de 10 eindconclusies van Taubes:

  1. Vet in onze voeding, of het nu verzadigd is of niet, is géén oorzaak van overgewicht, hart- en vaatziekten, of enige andere beschavingsziekte.
  2. Het probleem vormen de koolhydraten in onze voeding, het effect dat ze hebben op de uitscheiding van Insuline en daarmee de hormonale regulatie van de homeostasis  (=evenwicht) – de totale harmonische samenspel van het menselijk lichaam. Hoe beter verteerbaar en hoe meer geraffineerd (=gezuiverd) de koolhydraten zijn, hoe groter het effect op onze gezondheid, gewicht en welzijn.
  3. Suikers – sucrose (onze tafelsuiker) en HFCS (=High Fructose Corn Syrup: een geconcentreerde combinatie van Glucose [45%] en Fructose [55%] dat veel wordt gebruikt in voedingsmiddelen en frisdranken), zijn met name erg schadelijk, mogelijk omdat de combinatie van glucose en fructose beiden tegelijkertijd de insuline spiegels verhogen terwijl de lever wordt overladen met koolhydraten.
  4. Vanwege het directe effect op insuline en de bloed glucose spiegel, zijn geraffineerde koolhydraten, zetmeel en suikers de voedingsfactor bij uitstek voor het ontstaan van hart- en vaatziekten en diabetes. Zij vormen de meest waarschijnlijke voedingsfactoren voor het ontstaan van kanker, ziekte van Alzheimer en de andere chronische beschavingsziekten.
  5. Obesitas (overgewicht) is een stoornis met excessieve vet stapeling, niet door overeten of door gebrek aan lichaamsbeweging.
  6. Het consumeren van een overmaat aan calorieën is níet de oorzaak dat we dikker worden, niet meer dan dat het bij kinderen de lengte groei bevordert. Het verbruik van meer energie dan we consumeren met onze voeding leidt níet tot gewichtsverlies op de langere termijn, het leidt tot honger.
  7. Toename van vetweefsel en obesitas worden veroorzaakt door een onbalans – een onevenwichtigheid – in de hormonale regulatie van vetweefsel en de vetstofwisseling. Vetsynthese en vetstapeling overstijgen de mobilisatie van vet vanuit het vetweefsel en de oxidatie daarvan (verbranding t.b.v. energie productie). We worden slanker wanneer de hormonale regulatie van het vetweefsel deze balans omkeert.
  8. Insuline is de primaire regulator van vetstapeling. Wanneer de insuline spiegels verhoogd zijn – zowel chronisch als na een maaltijd – stapelen we vet in ons vetweefsel.  Als insuline spiegels dalen, maken we vet vrij uit ons vetweefsel en gebruiken dat als brandstof.
  9. Door het stimuleren van de insuline secretie maken koolhydraten ons dik en veroorzaken uiteindelijk obesitas. Hoe minder koolhydraten we consumeren, hoe slanker we worden.
  10. Door het stimuleren van vetstapeling verhogen koolhydraten ook ons hongergevoel en neemt de energie die we gebruiken in de stofwisseling evenals bij lichamelijke activiteit, af.


Een reactie plaatsen

Aspartaam gebruik en schildklieraandoeningen

Het gebruik van aspartaam, een synthetische suikervervanger, kan de (mede)oorzaak zijn van het ontstaan van auto-immuun schildklier aandoeningen.

In het lichaam wordt aspartaam omgezet in de giftige stof formaldehyde. Ook kan doorgaand aspartaam gebruik bij patiënten met de ziekte van Graves of Hashimoto de klachten verslechteren. Veel mensen met genoemde auto-immuunziektes lijden aan gewichtstoename en zullen daardoor eerder geneigd zijn gebruik te maken van deze uiterst schadelijke suiker-vervanger.


Een reactie plaatsen

Koolhydraten en kanker

Al eerder hebben we op deze blog aandacht besteedt aan de schadelijke effecten van een overconsumptie aan koolhydraten. En voor wie dat nog niet wist, dit is in de westerse wereld eerder regel dan uitzondering. Je kunt rustig stellen dat wei er niet nadrukkelijk op let, nagenoeg altijd teveel koolhydraten eet.

Het gerenommeerde medische tijdschrift “Cancer Research” (2011 jul1;71(13):4484-93) komt met de publicatie n.a.v. een dierstudie inzake de relatie van koolhydraat inname en kanker. Omdat kankercellen meer dan normale cellen afhankelijk zijn van glucose hebben de onderzoekers het verschil in effect van een koolhydraat beperkte voeding en ‘gewone’ westerse voeding vergeleken op de groeisnelheid van tumoren bij muizen. De conclusies van de onderzoekers zijn onmiskenbaar:

Samenvattend tonen de bevindingen van dit onderzoek overtuigend aan in een preklinische situatie (dierproeven) dat koolhydraat beperkte voeding niet alleen een belangrijke rol speelt bij het voorkomen van overgewicht maar ook bij de ontwikkeling en progressie van kanker.

Een conclusie die er niet om liegt. Een hoge inname van koolhydraten in het algemeen en suikers in het bijzonder (glucose, fructose, sucrose) stimuleert kanker.

Wederom een pleidooi voor koolhydraat beperkte voeding en van onverdachte zijde. Kijk voor een praktische invulling van koolhydraatbeperking eens op de website www.gripopkoolhydraten.nl


Een reactie plaatsen

Hoe het echt zit met Cholesterol.

Er zal vermoedelijk niemand zijn die nog nooit gehoord heeft dat er een relatie is tussen cholesterol en hart- en vaatziekten. Die relatie is er, maar de relatie is totaal anders dan het wordt voorgesteld door de geneesmiddelen- en voedingsindustrie. Cholesterol is niet ‘the bad guy’ die dus bestreden moet worden. Ook staat cholesterol niet zozeer met vetconsumptie in verband maar veel meer met suikerconsumptie (zie verder).

Eerst even over cholesterolwaarden in het bloed:

Er wordt vaak onjuist omgegaan met cholesterolwaarden in het bloed. Wetenschappelijk is vastgesteld dat het gehalte aan totaal-cholesterol in het bloed op zichzelf zeker niet de meest belangrijke risicofactor is voor hart- en vaatziekten.Volgens de website van de Nederlandse Hartstichting gelden de volgende referenties voor cholesterol:

 Totaal cholesterolgehalte Uw cholesterolgehalte is:
 lager dan 5,0 mmol/l normaal
 5,0 – 6,4 mmol/l licht  verhoogd
 6,5 – 7,9 mmol/l verhoogd
 hoger dan 8,0 mmol/l sterk verhoogd

Zoals u wellicht weet zijn er verschillende soorten cholesterol, o.a. HDL en LDL. De HDL wordt wel de ‘goede cholesterol’ genoemd en de LDL de ‘slechte’. Om het cholesterol gehalte in het bloed te beoordelen dient dit altijd in relatie tot de andere waarde bekeken te worden. Zo is een veel betrouwbaarder maat (voor volwassenen) de volgende: de verhouding HDL/Totaal cholesterol = 25% of meer, betekent een prima cholesterol waarde.

Maar ook LDL bestaat weer uit verschillende ondersoorten. Zo kennen we ook een ‘goed’ LDL en een ‘slecht’ LDL. Dit wordt nooit apart gemeten maar kan wel worden afgeleid uit de de volgende waarden: HDL, LDL en triglyceriden. Bij volwassenen is de triglyceriden/HDL cholesterol ratio nog betrouwbaarder dan de hiervoor besproken ratio.

De referenties voor de triglyceriden/HDL ratio zijn:

  1. < 2 (2 of minder) – ideaal
  2. 4 = hoog
  3. 6 = veel te hoog

Vraag daarom altijd wanneer u uw cholesterolwaarde in het bloed laat bepalen om alle 3 de waarden. Dan kunt u zelf aan de hand van deze tekst bepalen of het wel of niet goed zit met uw cholesterolwaarde.

Cholesterol en vet

Miljoenen dollars en euro’s worden er jaarlijks besteedt aan marketing om dit misverstand overeind te houden. Wetenschappelijk al lang als een mythe onderuit gehaald, maar nog steeds uitermate lucratief. Kennelijk wil de mens bedrogen worden. Cholesterol problematiek hangt heel veel meer samen met de consumptie van suiker en dan met name fructose. Even een kort overzicht van de verschillende koolhydraten of ‘suikers’ die we kennen:

  • Enkelvoudige suikers (monosacchariden)
  1. Glucose (de brandstof voor alle lichaamscellen), ook wel druivensuiker genoemd en o.a. bekend van dextrose.
  2. Fructose, ook wel vruchtensuiker genoemd, kom,t van nature voor in fruit, groenten en vruchtensap.
  3. Galactose, komt voor in melkproducten
  • Dubbele suikers (disacchariden)
  1. Tafelsuiker = Sucrose = Saccharose (witte-, bruine-, of poedersuiker, kandij, stroop, hagelslag, honing en andere zoetigheden), opgebouwd uit een glucose- en een fructose-molecuul
  2. Melksuiker = Lactose, komt voor in melk en melkproducten
  3. Moutsuiker = maltose, komt voor in bier, jenever, malt whisky
  • Meervoudige suikers (polysacchariden)
  1. Zetmeel = lange keten koolhydraten, opgebouwd uit glucose moleculen.  Komt o.a. voor in brood, knolgewassen als aardappels, rijst, mais, pasta’s, granen, peulvruchten
  2. Glycogeen = opslagvorm van glucose in de lever en de spieren.

Wetenschappelijk onderzoek toonde overtuigend aan dat het vooral de onnatuurlijk hoge inname van fructose is die verantwoordelijk is voor de enorme toename van overgewicht, diabetes type 2, hart- en vaatziekten, e.a. beschavingsziekten. Voor wie het Engels machtig is en enige biochemische kennis bezit verwijs ik graag naar de youtube presentatie van prof. Robert H. Lustig. Het is een heel technisch verhaal en dat voert te ver voor deze blog, maar suikerconsumptie is één van de grootste ziekmakende factoren in onze moderne tijd. Voor een goed toepasbare manier van koolhydraat beperkte voeding verwijs ik naar de methode van Yvonne Lemmers. Op haar website kunt u kennis maken met haar methode.

 

 


1 reactie

De mythes over afvallen en voeding

De mythes over afvallen en voeding zijn velen en ze zijn hardnekkig. Ik heb er op deze blog al eerder aandacht aan besteed, maar wil het nogmaals noemen.

De laatste tijd hebben we uitstekende ervaringen opgedaan met de methode van Yvonne Lemmers (www.gripopkoolhydraten.nl) . Een methode die zeer is aan te raden. In het volgende artikel dat dateert van 2008 maar nog niets aan actualiteit heeft ingeleverd, leest u meer over deze inzichten