Just another WordPress.com weblog


Een reactie plaatsen

Samenhang

Mijn dierbare vriend en begaafd systeemdenker prof. G.G. Jàros (Australië) heeft het me midden negentiger jaren al op het hart gedrukt: als je pretendeert een systeem benadering van gezondheid en ziekte te hanteren dan moet je altijd op zoek naar samenhang. Samenhang tussen klachten en aandoeningen in het heden, maar ook in de loop van de tijd. Die samenhang is er altijd. Of we die samenhang zien, of laat ik zeggen, kunnen benaderen, dat is een tweede.

Social Cohesion Colloquium - Conference Logo Small & Cropped_0

Maar die benadering van de samenhang dient altijd centraal te staan in zowel de diagnose als de behandeling. Symptoombestrijding, zoals dat standaard in de reguliere medisch-farmaceutische benadering domineert, gaat hieraan voorbij.

Maagzuur klachten bijvoorbeeld, zullen in de reguliere praktijk als regel onderdrukt worden met een vorm van maarzuur-remming. Zonder dat er ook maar één moment aandacht is voor oorzaak en samenhang met andere klachten. Hoge bloeddruk is een ander voorbeeld. De constatering is doorgaans voldoende voor een arts een bloeddrukverlager, in welke vom dan ook, in te zetten. De hamvraag is natuurlijk waaróm de bloeddruk te hoog is en wat de samenhang is met andere klachten die de persoon heeft.

Mijn observatie is dat veel mensen geëmotioneerd raken als je de veronderstelde samenhang met hen deelt. Dat komt m.i. omdat we ten diepste allemaal wel weten dat die samenhang er ís en dat we om de klachten c.q. aandoeningen te kunnen begrijpen, op zoek moeten naar die samenhang.


Een reactie plaatsen

Hoe het echt zit met Cholesterol.

Er zal vermoedelijk niemand zijn die nog nooit gehoord heeft dat er een relatie is tussen cholesterol en hart- en vaatziekten. Die relatie is er, maar de relatie is totaal anders dan het wordt voorgesteld door de geneesmiddelen- en voedingsindustrie. Cholesterol is niet ‘the bad guy’ die dus bestreden moet worden. Ook staat cholesterol niet zozeer met vetconsumptie in verband maar veel meer met suikerconsumptie (zie verder).

Eerst even over cholesterolwaarden in het bloed:

Er wordt vaak onjuist omgegaan met cholesterolwaarden in het bloed. Wetenschappelijk is vastgesteld dat het gehalte aan totaal-cholesterol in het bloed op zichzelf zeker niet de meest belangrijke risicofactor is voor hart- en vaatziekten.Volgens de website van de Nederlandse Hartstichting gelden de volgende referenties voor cholesterol:

 Totaal cholesterolgehalte Uw cholesterolgehalte is:
 lager dan 5,0 mmol/l normaal
 5,0 – 6,4 mmol/l licht  verhoogd
 6,5 – 7,9 mmol/l verhoogd
 hoger dan 8,0 mmol/l sterk verhoogd

Zoals u wellicht weet zijn er verschillende soorten cholesterol, o.a. HDL en LDL. De HDL wordt wel de ‘goede cholesterol’ genoemd en de LDL de ‘slechte’. Om het cholesterol gehalte in het bloed te beoordelen dient dit altijd in relatie tot de andere waarde bekeken te worden. Zo is een veel betrouwbaarder maat (voor volwassenen) de volgende: de verhouding HDL/Totaal cholesterol = 25% of meer, betekent een prima cholesterol waarde.

Maar ook LDL bestaat weer uit verschillende ondersoorten. Zo kennen we ook een ‘goed’ LDL en een ‘slecht’ LDL. Dit wordt nooit apart gemeten maar kan wel worden afgeleid uit de de volgende waarden: HDL, LDL en triglyceriden. Bij volwassenen is de triglyceriden/HDL cholesterol ratio nog betrouwbaarder dan de hiervoor besproken ratio.

De referenties voor de triglyceriden/HDL ratio zijn:

  1. < 2 (2 of minder) – ideaal
  2. 4 = hoog
  3. 6 = veel te hoog

Vraag daarom altijd wanneer u uw cholesterolwaarde in het bloed laat bepalen om alle 3 de waarden. Dan kunt u zelf aan de hand van deze tekst bepalen of het wel of niet goed zit met uw cholesterolwaarde.

Cholesterol en vet

Miljoenen dollars en euro’s worden er jaarlijks besteedt aan marketing om dit misverstand overeind te houden. Wetenschappelijk al lang als een mythe onderuit gehaald, maar nog steeds uitermate lucratief. Kennelijk wil de mens bedrogen worden. Cholesterol problematiek hangt heel veel meer samen met de consumptie van suiker en dan met name fructose. Even een kort overzicht van de verschillende koolhydraten of ‘suikers’ die we kennen:

  • Enkelvoudige suikers (monosacchariden)
  1. Glucose (de brandstof voor alle lichaamscellen), ook wel druivensuiker genoemd en o.a. bekend van dextrose.
  2. Fructose, ook wel vruchtensuiker genoemd, kom,t van nature voor in fruit, groenten en vruchtensap.
  3. Galactose, komt voor in melkproducten
  • Dubbele suikers (disacchariden)
  1. Tafelsuiker = Sucrose = Saccharose (witte-, bruine-, of poedersuiker, kandij, stroop, hagelslag, honing en andere zoetigheden), opgebouwd uit een glucose- en een fructose-molecuul
  2. Melksuiker = Lactose, komt voor in melk en melkproducten
  3. Moutsuiker = maltose, komt voor in bier, jenever, malt whisky
  • Meervoudige suikers (polysacchariden)
  1. Zetmeel = lange keten koolhydraten, opgebouwd uit glucose moleculen.  Komt o.a. voor in brood, knolgewassen als aardappels, rijst, mais, pasta’s, granen, peulvruchten
  2. Glycogeen = opslagvorm van glucose in de lever en de spieren.

Wetenschappelijk onderzoek toonde overtuigend aan dat het vooral de onnatuurlijk hoge inname van fructose is die verantwoordelijk is voor de enorme toename van overgewicht, diabetes type 2, hart- en vaatziekten, e.a. beschavingsziekten. Voor wie het Engels machtig is en enige biochemische kennis bezit verwijs ik graag naar de youtube presentatie van prof. Robert H. Lustig. Het is een heel technisch verhaal en dat voert te ver voor deze blog, maar suikerconsumptie is één van de grootste ziekmakende factoren in onze moderne tijd. Voor een goed toepasbare manier van koolhydraat beperkte voeding verwijs ik naar de methode van Yvonne Lemmers. Op haar website kunt u kennis maken met haar methode.

 

 


7 reacties

Koper/Zink balans 1

Er zijn factoren in onze moderne tijd die een immense invloed hebben op de volksgezondheid en desondanks door veel artsen en therapeuten over het hoofd worden gezien. Eén van die factoren is de koper/zink balans. Klachten als hoofdpijn, vermoeidheid, slapeloosheid, depressies, obsessief compulsieve stoornissen, huiduitslag, leer en/of gedragsstoornissen, premenstruele klachten, uitblijvende bevalling (zwangerschap), ongewenste kinderloosheid, hoge bloeddruk, spierkrampen, slechte weerstand, premenstrueel syndroom etc. kunnen samenhangen met c.q. veroorzaakt worden door een verstoring van de koper/zink balans.

Koper en zink zijn zogenaamde antagonisten, dat wil zeggen dat een tekort aan zink automatisch het risico inhoud van een teveel aan het element koper in ons lichaam. Je zou kunnen zeggen dat beide mineralen in het lichaam elkaar in balans moeten houden. Verstoring van deze balans is een extreem veel voorkomende onbalans bij de mens, en zoals gezegd, het wordt veelal gemist. Gedeeltelijk komt dit uit onwetendheid en voor een ander deel doordat het probleem lastig te detecteren is.

Koper is een essentieel spore-element in het menselijk lichaam en het is van vitaal belang voor zowel lichamelijke als psychische gezondheid. Er ontstaan echter problemen wanneer er teveel koper in de weefsels in het lichaam blijft, we noemen dat koperstapeling. Zinktekort speelt hierbij o.a. een belangrijke rol. Een tekort aan het mineraal zink is een zeer wijdverbreid probleem. Hier zijn allerlei redenen voor aan te geven als medicijngebruik (bv. de anticonceptiepil), gebruik van geraffineerde suikers (volgens het CBS in Nederland gemiddeld 70 kg/hoofd v.d. bevolking/jaar), verminderde inname met de voeding etc.

De komende periode zal ik in een reeks van blogs dit thema bespreken.


2 reacties

Zoutgebruik en sterftekans (volledige tekst ‘ingezonden’ ND 08-02-2010)

Terecht brengt dr. Dorhout Mees de kwalijke gevolgen van zoutgebruik op de gezondheid van de mens onder de aandacht. De Finse studie die wordt aangehaald spreekt voor zich. Ik wil er twee dingen over opmerken.

De eerste betreft de verwachting die wordt uitgesproken dat er na genoemde publicatie in The New England Journal of Medicine mogelijk actie ondernomen wordt ten einde de sterfte als gevolg van hart- en vaatziektes te verminderen. Ik denk dat dit een te optimistische verwachting is. Er zijn tal van voorbeelden van redelijk eenvoudige inspanningen waarmee onder aanvoering van de overheid forse preventie van ziekte en sterfte daardoor, zou kunnen worden gerealiseerd en wat toch niet gebeurd. Neem bijvoorbeeld Vitamine D. Binnen de medische wetenschap het meest vruchtbare onderzoeksgebied van de laatste 3-4 jaar gelet op het aantal publicaties over deze stof. Hoewel de wetenschap anno 2010 wetenschappelijk onderbouwd pleit voor een bloedspiegel van 200 nmol/L hanteren artsenlaboratia in Nederland nog steeds de achterhaalde referenties van 30-100 nmol/L. De preventieve consequenties van het optimaliseren van de Vitamine D status bij Nederlanders zou een bewezen immense daling geven van sterfgevallen als gevolg van moderne beschavingsziektes. Uitstekend en uitvoerig gedocumenteerd en er gebeurd niets mee.

Het tweede betreft het zout zelf. In wezen zit het probleem niet zozeer in de hoeveelheid zoutconsumptie maar in de soort zout die massaal wordt geconsumeerd. Als we spreken over zout hebben we het doorgaans alleen over het zogenaamde keukenzout, geraffineerd zout dat hoofdzakelijk uit Natriumchloride bestaat. Raffinage betekent zuiveren. Bij iedere voedingsmiddel dat geraffineerd wordt treedt verarming op t.o.v. de natuurlijke variant. En deze onnatuurlijke industriële variant kent vrijwel altijd ongewenste gezondheidseffecten. Zo ook met zout. Geraffineerd zout komt in de natuur niet voor. Waar zout wordt gewonnen bestaat dat altijd uit een wisselende variatie aan mineralen.

Zelf gebruiken we ongeraffineerd zeezout uit Hawaï dat zelfs meer dan 80 verschillende mineralezouten bevat. Afgezien van de smaak, want een beetje culinair liefhebber weet dat de smaak van ongeraffineerd zeezout vele malen aangenamer is dan die van geraffineerd keukenzout, blijkt zeezout veelal een effect op het menselijk lichaam te hebben die tegengesteld is aan het effect van geraffineerd keukenzout. Ik ken mensen met hoge bloeddruk waar de bloeddruk daalde na over te zijn gestapt op het genoemde ongeraffineerde zout. Ook is vandaag de dag de behoefte aan een goede mineralenbalans groot en zeezout zou daar een nuttige rol in kunnen vervullen. Tal van behandelingen van chronische ziekten verlopen gemakkelijker als mensen ongeraffineerd zeezout zouden gebruiken in plaats van het geraffineerde keukenzout.

In die zin is de conclusie van de Finse studie niet helemaal juist te noemen. Eigenlijk zou de studie moeten worden uitgevoerd met 4 populaties mensen, één die een gemiddelde hoeveelheid keukenzout gebruikt, één die zeer matig keukenzout gebruikt, één die een gemiddelde hoeveelheid hoogwaardig en ongeraffineerd zeezout gebruikt en één die een zeer matige hoeveelheid van dat zout gebruikt.

Misschien zou het goed zijn dat de machtspositie van de voedingsmiddelen industrie, dus ook de zout-industrie, eens op de korrel wordt genomen.


Een reactie plaatsen

Casuïstiek: eczeem baby door medicijngebruik moeder

Verhaal van een moeder:

Mijn zoon Swen, van 2½ jaar oud, had over zijn gehele lichaam ernstig eczeem. Na velen bezoeken aan de huisarts en steeds maar weer een andere hormoonzalf knapte hij maar niet op. Ook een doorverwijzing naar een dermatoloog leverde enkel nog meer hormoonzalfjes op en de woorden: ‘Leer er maar mee leven. Het zal nooit overgaan of u moet het geluk hebben dat hij erover heen zal groeien’. Maar in plaats van minder werd het steeds erger. Als ik hem uit zijn bedje haalde was zijn beddengoed bebloed door het schuren tegen de jeuk. Zijn huid was open en daarop moest ik de hormoonzalf smeren. Dat voelde voor mij niet goed.

Via, via kwam ik 6 maanden geleden in contact met Wim Gelderblom. ‘Baat het niet, schaad het ook niet’, dacht ik. Nu is Swen van de hormoonzalfjes af en eczeem vrij! Dat is toch geweldig en in 6 maanden tijd!

Opmerking van behandelaar:

Swen is een illustratief voorbeeld van wat de gevolgen kunnen zijn van blokkades, veroorzaakt door (in dit geval) regulier medicijngebruik van de moeder. De moeder had een verhoogde bloeddruk vanaf de 20e week van de zwangerschap, in de 35e week nam de bloeddruk tot verontrustende hoogte toe (onderdruk van 110). Er werd vervolgens Methyldopa ingezet, een voor dit soort situaties tijdens de zwangerschap toegestane bloeddrukverlagend medicijn. Hiermee is de moeder op advies van de arts doorgegaan tot zeker 3 à 4 weken na de bevalling. Swen heeft borstvoeding gehad gedurende 4 weken. Na het stoppen met de borstvoeding is het eczeem begonnen.

Moeder had tijdens de zwangerschap enorm last van spierkrampen en veel hoofdpijn.  In combinatie met de hoge bloeddruk duidt dit op een te hoge koperspiegel. Wanneer de moeder een te hoge koperspiegel heeft geldt dit als regel ook voor de baby na de geboorte. Om die reden is Swen o.a. behandeld met een homeopatische bereiding van koper (Cuprum metallicum) en een Isopathische bereiding van Methyldopa.

De reactie op de Methyldopa nosode bewees overduidelijk dat er inderdaad sprake was van een serieuze Methyldopa blokkade. Met behulp van de nosode is deze blokkade opgeruimd en naarmate dit vorderde verdwenen de klachten van Swen en kwam hij letterlijk en figuurlijk steeds beter in zijn vel te zitten.

Hoewel Methyldopa dus farmacologisch is goedgekeurd voor gebruik tijdens de zwangerschap dient u er alert op te zijn dat het mogelijke blokkades kan geven bij de baby. Wanneer deze blokkade niet heel specifiek wordt opgeruimd blijft dat een bron van storing in het organisme.