Om te beginnen wil ik me even concentreren op twee problemen waardoor er wél problemen met de schildklierstofwisseling kunnen zijn (en dús allerlei klachten) terwijl ze toch niet worden opgemerkt door een arts die alleen TSH of eventueel FT4 in het bloed laat bepalen.
Het betreft:
- de omzetting van het pro-hormoon T4 in de biologisch actieve vorm T3.
- schildklierhormoon resistentie
De omzetting van het pro-hormoon T4 in de biologisch actieve vorm T3
De schildklier produceert hoofdzakelijk het hormoon L-Thyroxine, ook wel T4 genoemd. Dit betreft een relatief inactieve vorm van het schildklierhormoon, ook wel een pro-hormoon genoemd. Voordat T4 de stofwisseling effectief kan activeren moet het eerst omgezet worden in de biologisch actieve vorm T3. Deze omzetting gebeurt niet meer in de schildklier maar vindt plaats in de organen van het lichaam o.i.v. een enzym (iodothyronine 5’deiodinase). Doordat deze omzetting geen functie is van de schildklier zelf kun je bij een normale T4 productie met recht zeggen dat de schildklierfunctie goed is, maar tegelijkertijd is dat maar een deel van het verhaal. Vergelijkbaar met de opmerking dat de derde persoon aan de lopende band zijn/haar werk uitstekend doet. Dat zegt nog niets over wat erna komt.
Wanneer de T4/T3 conversie niet goed verloopt kunnen er, ook bij een normale schildklierfunctie, wel degelijk allerlei klachten zijn die passen bij een trage schildklierfunctie. De schildklierstofwisseling is dan vertraagd.
Er zijn veel factoren die de omzetting van T4 naar T3 remmen en daardoor komt dit probleem ook veel voor.
Veel voorkomende factoren zijn:
- Het gebruik van bepaalde medicijnen (o.a. de anticonceptiepil, lithium, propranolol [bètablokker], dexamethason).
- Tabaksrook
- Chronische ziektes in het algemeen
- Stress
- Vasten of doorlopende calorie-restrictie (crash diëten)
- Tekorten aan bepaalde nutriënten (met name jodium, selenium, zink, vitamine A, vitamine B6, vitamine B12)
- Soja
- Straling
- Groeihormoon deficiëntie
- Anti TPO antilichamen
- Alfaliponzuur
- Zware metalen belasting, inclusief kwik
- Post-operatieve situatie
- Fysieke trauma’s
- Bij het ouder worden lijkt de omzetting ook te vertragen, maar dat zou ook heel goed met nutriënten deficiënties te maken kunnen hebben waar veel ouderen mee te maken hebben.
- Onderactiviteit van de bijnieren
Op een aantal van deze factoren kom ik nog nader terug.
Schildklierhormoon resistentie
Zoals elders op deze blog al beschreven, werken hormonen bij de gratie van de aanhechting aan specifieke receptoren. Daarbij speelt ook de gevoeligheid van de receptor een cruciale rol.
Frappant genoeg is de enige receptor aandoening die breed geaccepteerd is in de geneeskunde Diabetes type 2, ook wel insulineresistentie genoemd. De receptoren voor het hormoon insuline zijn in zekere mate resistent, ongevoelig voor het lichaamseigen hormoon.
Echter, dit probleem is bepaald niet exclusief voor insuline. Overal waar hormoon-receptor interacties zijn (of ook: neurotransmitter-receptor interacties) kan een vorm van resistentie optreden.
Dr. Mark Starr heeft er met zijn boek “Hypothyroidism type 2 – the epidemic” naar analogie van Diabetes Type 2 terecht aandacht voor gevraagd.
Type 1 Hypothyreoïdie is dan een aandoening waarbij de schildklier zelf te weinig hormoon produceert, terwijl er bij type 2 een resistentie is van de schildklierhormoon receptoren.
In beide gevallen is er een vergelijkbaar resultaat, een vertraging van de stofwisseling die zich uit in de typische symptomen van een te trage schildklier (hypothyreoïdie).
Dr. David Brownstein (VS) schrijft hierover het volgende (“Overcoming Thyroid Disorders): Schildklierhormoon resistentie kan voorkomen als gevolg van meerdere factoren, waaronder:
1. Genetisch bepaald afwijkingen van de hormoonreceptoren
2. Autoimmuun-, oxidatieve-, of toxische schade aan de schildklierhormoon receptoren
3. Competitieve binding van verontreinigende stoffen, voedseladditieven, etc. aan de schildklierhormoon receptoren.
En verder: “Ik heb gemerkt dat ontgifting erg behulpzaam is bij het overwinnen van een schildklierhormoon resistentie”.
– – wordt vervolgd – –
juli 16, 2018 om 1:26 pm
Na slechte zwangerschap en dito bevalling 21 jaar geleden ben ik aan het tobben geraakt. 2 maanden geleden kwam aan het licht dat ik een schildklierhormoonresistentie heb. Slik nu extra cytomel maar voel me nog steeds niet goed. Ben ook 15 kg aangekomen. Nu heb ik gehoord dat lijnen en detoxprogramma’s niet goed zijn voor schildklierpatienten maar las ik bij u dat ontgiften wel bijdraagd. Wat moet ik mij dan voorstellen bij dat ontgiften?
juli 16, 2018 om 1:36 pm
Beste Ingeborg,
Ik ben benieuwd hoe die resistentie ‘aan het licht’ is gekomen, zoals je dat noemt.
Lijnen in de zin van calorie restrictie is inderdaad niet aan te bevelen en veelal zelfs contraproductief omdat het de T4/T3 conversie vertraagd.
Er is geen enkele reden waarom een detox programma niet zo kunnen bij trage schildklier werking, maar je moet wel het hele plaatje kennen. Schildklier problematiek is complex, en hoewel uitstekend oplosbaar in de meeste gevallen, blijft het toch altijd maatwerk.
Voor meer persoonlijke vragen over je probleem kun je me mailen op wim@ccgforum.com
Mvg. Wim