Just another WordPress.com weblog


3 reacties

Wat is de relatie tussen Fibromyalgie en borstkanker?

Fibromyalgie is een diagnose die de laatste jaren steeds vaker te horen is. Letterlijk betekent het ‘pijn in bindweefsel en spieren’. Het wordt ook wel weke delen reuma genoemd. Er is een overlap in symptomen met een ander ziektebeeld dat we CVS (Chronisch Vermoeidheid Syndroom) noemen. Beide diagnoses worden niet gesteld op basis van harde criteria maar door uitsluiting. Dat wil zeggen als een hele rij mogelijke diagnoses afvallen tijdens onderzoek dan blijft één van deze diagnoses als ‘etiket’ over.

Observaties in de VS geven aan dat de opkomst van het symptomen complex dat we als Fibromyalgie aanduiden ongeveer gelijk valt (70er jaren) met de ontwikkeling in de reguliere geneeskunde waarbij artsen Hypothyreoïdie (te trage schildklier werking) standaard met Thyrax (synthetische vorm van T4) gingen behandelen. Voor die tijd werd vooral van schildklierextracten gebruik gemaakt en deze bevatten i.t.t. tot Thyrax niet alleen T4 maar ook de afgeleide en biologisch veel actievere vorm T3.

Er zijn bijzonder veel aanwijzingen dat er een relatie is tussen al of niet klinische, schildklier problemen en genoemde diagnoses. In dat geval is er zeker een relatie met het epidemisch tekort aan jodium, ook in de Westerse wereld.

Ik zie bij de behandeling van mensen met jodium deficiëntie veel bevestigingen voor de hypothese dat Fibromyalgie o.a. met name een jodium deficiëntie ziektebeeld is. Onder andere, aangezien geen enkel nutrient (vitamine of mineraal) een solistische functie heeft in de stofwisseling en de werkelijkheid daarom altijd complexer is dan alleen een tekort aan één enkele stof. Zo werkt jodium bv. nauw samen met magnesium en een tekort aan magnesium is tegenwoordig ook eerder regel dan uitzondering.

De relatie met borstkanker is de jodium deficiëntie. Jodium deficiëntie is een veel voorkomende maar ernstig onderschatte factor bij het ontstaan van borstkanker bij vrouwen.

Een paar wetenschappelijke feiten op een rijtje:

  • Jodium maakt de oestrogeen-receptoren in de borstklieren minder gevoelig voorn oestrogeen.
  • Jodium reduceert de oestrogeen productie in overactieve eierstokken.
  • Jodium is essentieel voor apoptose (geprogrammeerde celdood) een fysiologisch proces dat in kankercellen niet meer optreedt.
  • Jodium is hét middel voor de behandeling van Mastopathie (pijnlijke knobbels en/of cysten in de borsten, al of cyclus gerelateerd). Veel vrouwen die borstkanker ontwikkelen hebben daarvoor al last gehad van Mastopathie.
  • Jodium levert een belangrijke bijdrage aan sterfte van kankercellen, vertraagd celdeling en verminderd de aanmaak van nieuwe bloedvaten in en rondom tumorweefsel.


2 reacties

Schildklier: meest onderzocht en minst begrepen (6)

In deze blog komt “het meest onbegrepen nutriënt” aan de orde, zoals de jodiumspecialist Dr. David Brownstein het noemde: JODIUM.

Een mineraal dat in zekere zin de reeks blogs over schildklierproblemen en kankerpreventie verbindt, want in beide thema’s is jodium een mineraal met enorme betekenis en in beide terreinen is deze betekenis ernstig onderschat. Er zijn boeken geschreven over de enorme waarde van dit ‘vergeten’ mineraal en in een blog leent zich m.i. alleen voor compacte informatie van een beperkte omvang. Daarom zal ik deze en de volgende blog een aantal belangrijke zaken aan de orde stellen over de relatie jodium en de schildklier. Maar houd wel voor ogen dat de rol van jodium zich bepaald niet tot de schildklier beperkt. Alle lichaamscellen zijn jodiumafhankelijk en wel in twee vormen, deels in de vorm van elementair jodium en deels in de vorm van het jodide (bijvoorbeeld kaliumjodide).

Interessant feit is dat het in de 19e en begin 20e eeuw in de VS onder artsen gebruikelijk was, dat ze Kaliumjodide (KI) voorschreven aan patiënten als ze geconfronteerd werden met vage klachten of als ze niet wisten wat ze moesten doen. Gesteund door de breed gedane observatie dat de meeste patiënten daar hoe dan ook van opknapten. Inmiddels is het klimaat in de medische sector ongeslagen in het absolute tegendeel. De bekende jodiumspecialist Prof. Dr. Guy Abraham sprak in dit verband van een alom bestaande jodiumfobie onder artsen. En met deze weerstand is ook het onbegrip over het immense belang van dit mineraal toegenomen.

Sinds het verdwijnen van de kropziekte is er een collectief idee ontstaan dat het dús met onze jodium inname wel goed zit. Niets is minder waar! Daarover later meer.

Jodiumtekort is de nummer 1 oorzaak van schildklier aandoeningen.

Jodium komt in het hele lichaam voor, maar de schildklier bevat de grootste hoeveelheid. Dat kan wel oplopen tot 15-20 mg in geval van een normale jodiumstatuis. DE schildklier heeft het vermogen om jodium te concentreren, op te slaan in het weefsel. Andere organen/weefsels die dat sterk doen zijn de borstklieren (zie blog over kanker), de speekselklieren en de eierstokken. De schildklier gebruikt jodium door het te binden aan tyrosine en thyroglobuline en vormt zo de schildklierhormonen T4 en T3.

De aanbevolen dagelijkse hoeveelheid voor jodium (ADH) is laag, veel te laag. Waarschijnlijk nét genoeg om geen kropziekte te ontwikkelen. Volgens cijfers van de WHO halen overigens ca. 6 miljoen Nederlanders die ADH niet (ADH=0,150 mg voor volwassene en 0,200 mg voor zwangere en zogende vrouwen). Echter, onderzoek heeft aangetoond dat de optimale dagelijkse hoeveelheid ten minste het honderdvoudige is.

Eén van de problemen in deze moderne tijd is het wijdverbreide gebruik van synthetische verbindingen die Broom en Fluor bevatten. Deze mineralen horen samen met Chloor en Jodium tot de zgn. halogenen. Ze gaan in het lichaam een competitie aan met jodium en alleen door hogere doseringen jodium kan het lichaam deze toxische verbindingen kwijt raken waardoor er weer een normale jodiumstatus wordt bereikt.

Hoewel de weerstand tegen het gebruik van hoge doseringen jodium volstrekt ongegrond is, vergt het verantwoord opbouwen van een gezonde jodiumstatus wel kennis van zaken en daarom dient dit altijd onder begeleiding van een deskundige plaats te vinden. Geen enkel mineraal werkt solistisch in de stofwisseling en juist het samenspel met andere mineralen in de juiste verhoudingen toegediend is van belang voor een correct herstel van de jodiumstatus van het lichaam.

Een belangrijke opmerking moet nog gemaakt worden over de reactie van schildklier bloedwaarden tijdens een traject voor jodium suppletie. Wanneer een arts de schildklierfunctie meet doen ze dat door het bepalen van de TSH en T4 waarde in het bloed. TSH is het hypofyse hormoon dat de schildklier moet aanzetten tot activiteit. Een te hoge TSH (de meningen over wat té hoog is verschillen!) wordt dan opgevat als een indicatie voor een te trage schildklier. Echter, TSH heeft nog een andere functie, waarvan de meeste artsen helaas niet op de hoogte zijn. TSH stimuleert ook de productie van het jodium-transport systeem (NIS). Wanneer er dus veel meer jodium het lichaam inkomt zal de TSH stijgen teneinde een adequater jodiumtransport te realiseren. Als regel trekken artsen bij een dergelijke, soms forse, stijging van de TSH aan de noodklok met de vermelding dat de schildklier (ineens) veel te traag werkt en dat de patiënt toch vooral direct aan de Thyrax moet (synthetisch medicijn dat regulier wordt ingezet bij een te trage schildklierfunctie). Deze conclusie is dan onjuist. De hier genoemde stijging van de TSH als gevolg van de jodiuminname kan tot zeker een half jaar daarna voortduren.


Een reactie plaatsen

Schildklier: meest onderzocht en minst begrepen (6)

Naast de eerder genoemde aspecten voor een gezonde schildklierstofwisseling zijn een aantal nutriënten (voedingsstoffen) onontbeerlijk. Een aantal heb ik al even gememoreerd bij de bespreking van de omzetting T4 naar T3. In deze blog wil ik me vooral focussen op het belang van jodium en selenium.

Er is heel veel te zeggen over jodium. Zonder overdrijven is het het meest verwaarloosde mineraal in de reguliere geneeskunde. En er bestaan erg veel verkeerde opvattingen over dit voor het leven zo belangrijke mineraal. De redenen daarvoor zijn complex en ik zal het onderwerp hier en daar hooguit even aanstippen. Daarover later meer. 

Vroeger was een pathologische zwelling van de schildklier geen onbekend verschijnsel. Het werd ook wel Kropziekte genoemd. 

Sinds de ontdekking dat deze abnormale groei van de schildklier het gevolg was van een ernstig tekort aan jodium is er gejodeerd zout geïntroduceerd en werden bakkers bij wet verplicht om met gejodeerd zout brood te bakken. Sindsdien is de kropziekte uit het straatbeeld verdwenen en bestaat er een collectief idee dat het met jodiumtekort wel meevalt in Nederland. Niets is minder waar. Jodiumtekort is wereldwijd een epidemisch probleem en ook in Nederland komt het verontrustend veel voor. 

Jodiumtekort is de meest voorkomende oorzaak van schildklierproblemen. Hierover in de volgende blog meer.