Just another WordPress.com weblog


Een reactie plaatsen

Wat heeft echte rust met kanker te maken? (II)

Zwanenpaar in rust

Het menselijke lichaam bevat diverse regelsystemen. Systemen die tot doel hebben om onder wisselende omstandigheden een aangepaste interne situatie te waarborgen. Gelukkig hoeven we daar niet bij na te denken, dat soort processen verlopen autonoom, onafhankelijk van onze wil.

Het maakt een groot verschil of u zich in de sportschool in het zweet staat te trainen of dat u in bed ligt te slapen. Eén van die regelsystemen is het autonome zenuwstelsel, dat samen met het hormoonstelsel ook wel het ‘neurohormonale systeem’ wordt genoemd.

Wil een systeem daadwerkelijk kunnen reguleren dan dient het te kunnen ‘versnellen’ maar ook te kunnen ‘vertragen’ (afremmen). Het is als met een thermostaat, deze dient warmte te ‘vragen’ maar ook aan te geven wanneer het genoeg is. Zo dienen de regelsystemen adequaat te reageren op veranderingen in de omstandigheden, dus ook op gedrag.

Hiermee samenhangend kunnen we stellen dat het lichaam een ‘actieve modus’ heeft, gericht op energie productie, op verbruik van reserves, hier treedt slijtage op, etc. Kortom de ‘kosten kant’ van de balans. Uiteraard valt ook stress in de breedste zin van het woord onder deze modus. Er dient dan dus ook een ‘inkomen kant’ te zijn die gericht is op reparatie, op het aanvullen van verbruikte reserves, op herstel in de breedste zin van het woord. In het autonome zenuwstelsel worden beide polen vertegenwoordigd door de volgende onderdelen, respectievelijk de Sympaticus en de Parasympaticus.

Als regel vindt het meeste herstel plaats gedurende de slaap in de nacht. Overdag staan we doorgaans in de actieve modus. Of er overdag sprake is van herstelmomenten is afhankelijk van veel factoren zoals type werkzaamheden, persoonlijkheid etc. Het belangrijkste is evenwel dat we ’s nachts voldoende herstel hebben. En voldoende betekent, gemiddeld circa 30% van een etmaal hoogwaardig herstel.

Zo goed als mensen doorgaans in staat zijn om de stressfactoren in hun leven te benoemen, als het gaat om bewuste stress, zo slecht kunnen mensen in de regel zelfs maar een enigszins betrouwbare inschatting geven van de mate van herstel. Voor veel mensen is het enige criterium of ze slapen of niet. Wanneer ze geen slaapprobleem ervaren gaan ze er van uit dat daarmee het herstel ook wel in orde zal zijn. Dat is bepaald niet vanzelfsprekend. Talloze mensen slapen wel maar herstellen slechts gebrekkig.

Daarover morgen meer.


1 reactie

“Het nut van niksen” (Roots no.1)

Het natuurtijdschrift Grasduinen, waarvan ik een vaste lezer ben, heeft een ware metamorfose ondergaan. Het nieuwe tijdschrift gaat nu als “Roots” door het leven en het ziet er prachtig uit. Deze week ontving ik het eerste exemplaar in deze nieuwe vorm. Wat mij betreft een compliment aan de redactie. Een aanrader dus.
Maar dat is niet de reden dat ik dit bericht schrijf. Er stond een artikel in van de hand van Lucienne van Ek dat alleen al de aanschaf van dit nummer de moeite waard maakt.
De titel van het artikel luidt: “Het nut van niksen”.
Op een boeiende manier beschrijft de auteur de rol die ‘niksen’ of ‘luieren’ speelt in het dierenrijk. Waar in onze Westerse cultuur ‘niksen’ als nutteloos en dús verwerpelijk wordt beschouwd, neemt het in het dierenrijk een niet onaanzienlijke plek in bij tal van dieren. Prachtig om te zien dat in het dierenrijk, waar economische wetmatigheden en principes volstrekt onbekend zijn en zullen blijven, een natuurlijke balans is tussen inspanning en ontspanning. We leven maar al te vaak vanuit de oude gedachte dat ‘rust roest’ en we jagen onszelf en elkaar op tot ziekmakende tempo’s. We kunnen nog veel van de dieren leren. Om te beginnen zou u dit artikel eens moeten lezen en uzelf een spiegel voorhouden.
Iedereen begrijpt dat een antilope die nagenoeg zonder onderbreking voortdurend als een dolle over de Afrikaanse savanne rent geen lang leven is beschoren. Waarom doen we dan zelf zo dom?


Een reactie plaatsen

Intensieve sportinspanningen niet altijd gezond.

Voor een (mogelijk grote) groep mensen zijn intensieve sportinspanningen zeker niet aan te raden. Ik heb het dan niet over mensen die chronisch ziek zijn of andere fysieke beperkingen hebben waardoor dergelijke intensieve inspanningen een te grote belasting kunnen vormen. Ik heb het dan over mensen die volop actief zijn en die ook profijt hebben van een uur joggen bv.

Het is bekend dat intensieve sport de circulatie kan verbeteren, de hart-long capaciteit kan verbeteren, spanning kan afvoeren en veelal het energie niveau van mensen kan verbeteren. Hoeveel zijn er niet die zich na zo’n sportinspanning beduidend fitter voelen dan daarvoor. Daardoor worden dergelijke inspanningen door deze mensen ook als ‘ontspanning’ beschouwd. Er is een MAAR. Intensieve sport (duursporten met name) kunnen mensen een vals gevoel van vitaliteit geven. Dit soort inspanningen kunnen de persoon in kwestie het gevoel geven gezonder te zijn dan hij/zij werkelijk is. Daar zijn een aantal redenen voor.

1. Duursporten zijn, vanuit het Autonome zst. (ANS) bezien, Sympatische sporten. Dat betekent dat het lichaam het als ‘stress’ ervaart’. Daar is op zich niets mis mee, maar wanneer het ANS al het meerendeel van de tijd in de Sympatiscus modus staat vormen duursporten geen echte tegenhanger van het drukke dagelijkse bestaan, maar voegen ze zelfs nog meer stress toe aan het organisme.

2. Kenmerkend voor Sympaticus dominantie is dat de gevoeligheid voor allerlei basale functies van het lichaam die gericht zijn op herstel en energieproductie c.q. opslag, afnemen. Concreet betekent dit dat we ons minder moe voelen dan we feitelijk zijn.

3. Intensieve sportinspanningen kunnen de productie van bepaalde signaalstoffen in de hersenen bevorderen (Endorfinen). Deze stofjes zijn met name bekend vanwege het ‘kick’-effect wat veel hardlopers na verloop van tijd ervaren. Deze stofjes zijn nauw verwant aan heroïne en opium. Stijging van de concentratie van deze stofjes geven een overdreven gevoel van welbevinden, een soort gevoel van euforie, wat evenwel in de meeste gevallen niet correspondeert met de werkelijke fysiologische situatie van het lichaam. Met andere woorden, er ontstaat een dysbalans tussen onze beleving en de werkelijke toestand van ons lichaam. Dat maakt ook dat veel duursporters wanneer ze een periode door omstandigheden niet hebben kunnen sporten zich beroerd of zelfs depressief gaan voelen. Het klopt werkelijk als sommige mensen beweren dat ze verslaafd zijn aan hardlopen.

Als gevolg van de duursporten worden allerlei mineralen uit de opslag in het lichaam gehaald. Het is van belang dat dit ook weer hersteld wordt. Daarom is het voor alle duursporten van belang om het trainingsprogramma te laten monitoren door een speciale haaranalyse waarmee de toestand van het ANS, de toestand van de stofwisseling, de toestand van de mineralenhuishouding e.d. in kaart kan worden gebracht.

 


2 reacties

Enkele mythes over Burn-out

In het dagelijks leven wordt een toestand in de regel pas een ‘burn-out’ genoemd als de persoon in kwestie niet meer is opgewassen tegen de druk van de dagelijkse taken en verantwoordelijkheden. Wikipedia geeft de volgende omschrijving voor Burn-out:  een psychologische term voor het gevoel opgebrand te zijn, geen energie of motivatie meer vinden voor de bezigheden op het werk. Toch is deze definitie te beperkt en alleen daarom al eindigen teveel mensen in deze toestand, terwijl dat had kunnen worden voorkomen. De voordelen van een tijdig onderkennen van een burn-out tendens kan enorm veel ellende voorkomen en levert een enorme kostenbesparing op aan de kant van de werkgever.

Enkele hardnekkige mythes over Burn-out:

1. Burn-out is een psychisch probleem: Onjuist, Burn-out is een lichamelijk probleem, hoewel psychologische factoren kunnen bijdragen aan het ontstaan ervan. Burn-out zit dus niet ‘tussen de oren’.

2. Iemand die Burn-out is ligt de hele dag maar wat te hangen: Onjuist. In tegendeel, veel mensen die Burn-out zijn hebben een fulltime baan en lijken in een goede gezondheid te zijn. Maar ze zijn vaak moe en hebben veelal stimulerende middelen (zoals suiker, koffie en tabak) nodig om aan de gang te kunnen blijven. Veelal gebruiken ze hun werk om te vergeten hoe moe ze zijn. Zolang ze maar bezig zijn gaat het goed. Veelal hebben ze problemen als ze in rust komen. Dit kan zo jaren doorgaan voordat er ernstige problemen ontstaan.

3. Intensieve lichamelijke activiteit (sport) is goed voor mensen die Burn-out zijn: Onjuist. Hoewel mensen die Burn-out zijn zich vaak aangetrokken voelen tot intensieve sportbeoefening, maakt dit het probleem alleen maar groter. Het Autonome zst. kent twee standen, een sympaticus dominantie en een parasympaticus dominantie. Veel mensen met Burn-out compenseren hun uitputting door een sympaticus dominantie, feitelijk kun je dit gelijkstellen aan ‘leven op een energie-krediet’. Je geeft uit wat je niet hebt en het tekort wordt alleen maar groter.

4. Een vakantie, dieet of een vitamine preparaat hersteld een Burn-out: Onjuist. De meeste mensen herstellen nooit van een Burn-out doordat er geen nauwkeurig afgestemde behandeling plaats vindt gericht op het herstel van hun verstoorde stofwisseling. Ook zijn aanpassingen in de levenstijl noodzakelijk, begrip van de twee toestanden van het Autonome Zenuwstelsel is daarbij onontbeerlijk.

5. Burn-out treedt meestal op bij mannen die stressvolle banen hebben. Onjuist, Burn-out komt bij beide geslachten voor. Zelfs kinderen zijn tegenwoordig in toenemende mate Burn-out.

6. Burn-out heeft alleen invloed op het lichaam. Onjuist, het beïnvloed alle aspecten van het leven. De kwaliteit van het werk lijd eronder. Relaties lijden eronder om dat de persoon in kwestie de belangstelling in tal van zaken verliest en veelal ook in de partner. Er moet zuinig omgesprongen worden met energie want die is nodig om te ‘overleven’. Vaak begrijpt de partner niet wat er aan de hand is en dat maakt het alleen maar moeilijker.

7. Roken en een hectische levenstijl veroorzaken een Burn-out. Dat kan, maar het kan ook omgekeerd zijn. Iemand die Burn-out is kan daardoor een sterke aantrekkenigskracht hebben naar stimulerende middelen als roken, drugs, alcohol of intensieve sporten om het gevoel van uitputting te compenseren.


136 reacties

Maagzuurtekort, een vergeten probleem

De meeste mensen kennen wel direct of indirect het probleem van een teveel aan ‘brandend’ maagzuur. En anders zorgen de TV reclames er wel voor dat we er van op de hoogte zijn. Voor Big Pharma is dit een uiterst lucratieve klacht, want naast alle zelfzorgmiddelen die er voor deze klacht bij apotheker en drogist te verkrijgen zijn, vormen de groep maagzuurremmende medicijnen de op één na meest verkochte groep geneesmiddelen ter wereld.

Toch is er een hardnekkig misverstand waar het maagzuurklachten betreft. Veel mensen met last van zuurbranden hebben eigenlijk een te lage maagzuurproductie en is de maag in die situatie overgevoelig. Dit resulteert in plotseling pieken van maagzuur productie bij bepaalde type voeding waarna de klachten ontstaan. Regulier wordt hier steeds alleen maar geconstateerd dat er een teveel aan maagzuur is en worden er maagzuurremmers ingezet. De paradox is dat als deze mensen tijdens de maaltijd een maagzuurverhogende tablet innemen (Betaïne HCL), dan hebben ze als regel helemaal geen last meer van de piek-productie en dus van zuurbranden.

Een tekort aan maagzuur kan evenwel ook zonder verschijnselen op het niveau van de maag verlopen. Een eenvoudige provocatietest kan in 3 dagen duidelijk maken of iemand een voldoende dan wel een tekort aan maagzuur heeft. Omdat maagzuurproductie, evenals alle andere functies van de spijsvertering, aangestuurd wordt door de Parasympatiscus-tak van het autonome zenuwstelsel en de meeste mensen kampen met de gevolgen van te veel stress, is maagzuur tekort een zeer wijdverbreid probleem.

De gevolgen van een te laag maagzuur niveau zijn enorm. De opname van alle mineralen en van vitamine B12 én de eiwitvertering zijn allen afhankelijk van de productie van voldoende maagzuur (en pepsine). Zowel de mineralen als Vit. B12 zijn zeer belangrijke sleutels in de stofwisseling en tekorten kunnen leiden tot de meest uiteenlopende klachten en ziekten. Zo zien we bv. met regelmaat mensen die schildklierproblemen hebben ómdat het maagzuur niveau te laag is waardoor er onvoldoende opname is van de de mineralen zink, selenium en vit. B12 waardoor de omzetting van het weinig actieve schildklierhormoon T4 in het biologisch actieve T3 moeizaam verloopt.