Just another WordPress.com weblog


Een reactie plaatsen

“Waarom weten we dit niet?” – 2

Ik wil ter illustratie één van de vele studies noemen. Een studie die in 2013 is gepubliceerd in “Reproductive Sciences”:

Effect of a single neonatal oxytocin treatment (hormonal imprinting) on the biogenic amine level of the adult rat brain: could oxytocin-induced labor cause pervasive developmental diseases?

Een  dierstudie met als centrale vraagstelling: “kan een met oxytocine opgewekte geboorte pervasieve ontwikkelingsstoornissen veroorzaken?”

In de abstract schrijven de auteurs: “Perinatal singe-hormone treatment causes hormonal imprinting with lifelong consquences in receptor-binding capacity, hormone production as well as in social and sexual behavior.”

Dat liegt er niet om!

Met ‘perinatal’ wordt de periode tussen conceptie en geboorte en ruwweg het eerste levensjaar bedoeld. De onderzoekers refereren hier aan de overtuigende hoeveelheid literatuur die onomstotelijk heeft aangetoond dat deze periode een uiterst kwetsbare periode is voor dit proces van ‘imprinting’. Het proces van ‘imprinting’ betekent dat door invloeden van buiten de productie van en de gevoeligheid voor (van de receptoren) bepaalde hormonen of neurotransmitters levenslang verstoord zijn. Let even op dat ene woordje: levenslang. Zonder gerichte interventie herstelt zich dit dus niet meer volgens de onderzoekers. Erger nog, bepaalde verstoringen kunnen zelfs over gaan op de volgende generaties (Transgenerational Imprinting).

De onderzoekers hebben in deze studie gekeken naar de effecten van een enkele (!) dosis oxytocine bij pasgeboren ratten op de productie van de ‘biogene aminen’ in verschillende delen van de hersenen. Onder de groep van de biogene amines neurotransmitters vallen o.a. dopamine, nor-adrenaline en serotonine.

De onderzoekers komen tot de schokkende conclusie in hun studie: “The results show that dopamine and serotonin metabolism of hypothalamus and striatum are deeply and lifelong influenced by a single neonatal oxytocin treaatment (onderstreping van mij). Oxytocin imprinting resulted in decreased dopamine turnover in the hypothalamus and decreased serotonin turnover in the hypothalamus, medulla oblongata, and striatum of females. As the disturbance of brain dopamine and serotonin system has an important role in the development of pervasive developmental diseases (eg. autism) and neuropsychiatric disorders (eg. schizophrenia), the growing number of oxytocin-induced labor as a causal factor, cannot be omitted.”

Voor wie het Engels wat minder machtig is: Omdat verstoring van het dopamine en serotonine systeem in de hersenen een belangrijke rol speelt bij de ontwikkeling van pervasieve ontwikkelingsstoornissen (bijv. autisme) en neuropsychiatrische aandoeningen (bijv. schizofrenie), kan de toename van het aantal geboortes met behulp van oxytocine (toediening) als een oorzakelijke factor niet worden genegeerd.

 

 

 


8 reacties

De onbekende schaduwzijde van ‘De Pil’

Volgens het CBS is er een duidelijke afname van het aantal vrouwen dat de anticonceptiepil gebruikt. Bijna 7 van de 10 vrouwen tussen 18 en 45 jaar gebruikten in 2008 een voorbehoedmiddel. Van de vrouwen in deze leeftijdscategorie slikte 40 procent de pil. In 1998 was dat nog bijna 50 procent. Op zich is dat goed nieuws, want slechts weinigen realiseren zich dat de pil een allesbehalve onschuldig goedje is. Het voorschrijfgedrag van huisartsen doet overigens anders vermoeden. Hoeveel jonge tienermeisjes krijgen niet zonder blikken of blozen de pil voorgeschreven. Is het niet vanwege de anticonceptie, dan wel vanwege acné of menstruatieklachten.

Afgezien van de onnatuurlijke en ingrijpende consequenties die pilgebruik heeft op de hormale balans van de meisjes en vrouwen, is er een ander nadeel dat doorgaans niet of nauwelijks wordt gecommuniceerd. Om dat te begrijpen is het van belang om iets meer te weten over ‘bijwerkingen’ van reguliere geneesmiddelen.

Er zijn feitelijk twee soorten bijwerkingen. De ene soort staat doorgaans goed beschreven in de bijsluiter. Het zijn effecten die als regel kort na het begin van het gebruik van het geneesmiddel optreden. Daardoor wordt de link meestal vrij snel gelegd, is het niet door de gebruiker zelf, dan wel door de huisarts. Juist daarom is dit de minst gevaarlijke groep van bijwerkingen. Er is een andere groep bijwerkingen die we ook wel aanduiden als ‘depletie effecten’. Depletie effecten zijn tekorten van bepaalde nutriënten (voedingsstoffen) die in het lichaam tal van belangrijke functies vervullen. Doordat reguliere geneesmiddelen meestal zijn samengesteld uit onnatuurlijke stoffen (die in de vrije natuur niet voorkomen), want alleen díe zijn namelijk te patenteren, hebben ze ook een onnatuurlijk effect op het lichaam. Dit onnatuurlijk effect kost het lichaam wat, en soms veel. Het betekent een verstoring van een natuurlijk evenwicht en dit kan er toe leiden dat allerlei stoffen in een ‘tekort’ belanden. Het betekent dat de natuurlijke processen die van deze stoffen afhankelijk zijn steeds meer in de problemen komen. Hierdoor kunnen allerlei andere kwalen en klachten ontstaan. Echter, doorgaans ontstaan die tekorten niet van de één op andere dag, het kan soms wel een paar jaar duren voordat de tekorten dusdanig zijn opgelopen dat er klachten of zelfs ziekten door ontstaan. Het is niet waarschijnlijk dat na zoveel tijd het verband nog wordt gelegd met een geneesmiddel dat al enkele jaren, schijnbaar zonder problemen, wordt gebruikt.

Hoewel je niet kunt spreken van ‘De Pil’ want er is onder die noemer tegenwoordig een heel scala aan verschillende medicijnen op de markt, zijn er wel sterk overeenkomstige depletie effecten van deze groep geneesmiddelen.

De belangrijkste depletie effecten zijn:

  • Foliumzuur
  • Magnesium
  • Tyrosine
  • Vitamine B2
  • Vitamine B3
  • Vitamine B6
  • Vitamine B12
  • Vitamine C
  • Zink

Er is over elk van deze stoffen veel te schrijven, want het betreffen allemaal voor de gezondheid essentiële nutriënten.

Voor dit moment wil ik ‘zink’ er even uitlichten. Zink is één van de zeer belangrijke sporenelementen, betrokken bij een groot aantal processen. Zie elders op de weblog. Zink is een antagonist van koper. Dat betekent dat zink nodig is om koper onder controle te houden. Wanneer er teveel koper is kan dit door de inname van extra zink worden uitgescheiden. En omgekeerd wanneer de zink inname te laag is en de koper inname te hoog dan gaat dit ten koste van de functie die zink heeft in het lichaam.

De zink-koper balans is van uitzonderlijk groot belang voor de gezondheid. Wanneer er te hoge koperspiegels zijn kan dat leiden tot kanker, schizofrenie, (manische) depressie, extreme angsten, paranoia, hallucinaties, epilepsie e.a. De zink inname in Nederland is al niet hoog maar het verbruik daarentegen wel. Vanwege de enorme suikerconsumptie alleen al is het zinkverbruik bij de westerse mens enorm gestegen. Daarnaast krijgen mensen veel te veel koper binnen o.a. via het drinkwater, aangezien we in alle woningen tegenwoordig gebruik maken van koperen leidingen voor het drinkwater. Ook vitamine C tekort en vitamine B3 tekort geven een verdere toename van de koper concentratie in het lichaam. Het is een goed gedocumenteerd feit dat vrouwen die de pil gebruiken te hoge koperspiegels hebben. Deels door de depletie van vitamine C, vitamine B3 en zink, deels doordat ceruloplasmine, een koperbevattend eiwit, sneller wordt geproduceerd o.i.v. de vrouwelijke oestrogenen.

Vanuit het oogpunt van gezondheidsbevordering en ziektepreventie zal het u niet verbazen, dat we tegen de achtegrond van het voorgaande, een afname van pilgebruik onder Nederlandse vrouwen van harte toejuichen.

Het risico dat de gevolgen van pil gebruik leiden tot ongewenste kinderloosheid, is zeer reëel. In die gevallen zal de gynaecoloog geen oorzaak voor de uitblijvende kinderwens kunnen vinden, maar op fysiologisch vlak is die oorzaak er wel.