Just another WordPress.com weblog


Een reactie plaatsen

Samenhang tussen klachten

Eén van de meest basale en misschien wel dé meest basale eigenschap van een goede medische behandeling is dat er gedacht en gehandeld wordt vanuit samenhang tussen de verschillende klachten en verschijnselen. Het menselijk organisme is een complexe eenheid, maar wel een ‘eenheid’. In een gezonde situatie is er een dynamische balans die erop gericht is om onder wisselende omstandigheden een zo goed mogelijke coherentie te handhaven. Een betekenis van coherentie is juist het begrip ‘samenhang’.

Neem als voorbeeld een groep militairen die in speedmars lopen:

cu070320pb1059

We kunnen dit als een voorbeeld van coherentie zien. Kenmerkend voor dit voortbewegen is dat ieder individu in de groep hetzelfde bewegingspatroon heeft, ze lopen in ritme. Op afstand kan het lijken alsof het één geheel is.

In de natuur kunnen we op indrukwekkende wijze waarnemen bij scholen vissen of grote groepen vogels.

 

Zo is samenhang een kenmerk van gezond functioneren. Maar er is ook samenhang tussen de verschillende uitingen van disfunctioneren, die we klachten of symptomen noemen. Of we die samenhang nu zien en begrijpen of niet, die samenhang is er wel. Die samenhang dient de basis van diagnose en therapie te zijn. Wanneer dat niet het geval is vervallen we tot een reductionistische aanpak. De reguliere geneeskunde is daar een kernachtig voorbeeld van, waarbij we de enorme waarde van deze geneeskunde als crises-geneeskunde niet moeten onderschatten. Maar het bestaan van specialisten en superspecialisten die allemaal hun eigen deelgebied van het lichaam als aandachtsgebied hebben is veelzeggend. Ik heb mensen ontmoet die bij 3 of 4 verschillende specialisten lopen vanwege hun klachten en toch is er nooit een moment dat al die specialisten gezamenlijk om de tafel gaan zitten en zich afvragen hoe de verschillende puzzelstukjes tot één geheel zijn te maken. We zeggen dan dat de reguliere geneeskunde vooral klacht gericht en onderdrukkend van aard is. Niet gericht op herstel van een natuurlijke situatie.

419726

Natuurgeneeskunde in brede zin zou dat wel moeten zijn, maar is dat helaas lang niet altijd. Om vanuit samenhang te kunnen denken is het van belang om een samenhangend model, een systeem model te hanteren aan de hand waarvan klachten en symptomen ‘geplaatst’ kunnen worden en er samenhang kan ontstaan.

Laat ik een simpel voorbeeld noemen. Iemand komt in de praktijk voor maagzuur klachten. Een regulier arts zou wellicht een maagzuurremmer voorschrijven. Klacht gericht, geen oorzaak aanpakken. Maar een natuurgeneeskundig arts of therapeut die met natuurlijke middelen ook niet verder komt dan het behandelen van de maag beweegt zich in principe op hetzelfde niveau. Beiden zijn reductionistisch bezig.

Denken vanuit samenhang kan betekenen dat je nader onderzoek doet naar het functioneren van het autonome zenuwstelsel. Het belangrijkste deel van ons parasympatische zenuwstelsel, de N. Vagus, stuurt de hele spijsvertering aan.

Dat is ook de ‘tak’ die verantwoordelijk is voor ontspanning, herstel tijdens de slaap, regeneratie in brede zin, uitscheidingen etc. Stel dat een 72uurs HRV meting van Firstbeat aangeeft dat er sprake is van een sympaticus dominantie (het lichaam staat teveel in de ‘stress-modus’) dan is er dus sprake van een onderactiviteit van de N. Vagus en dus een gebrekkige aansturing van de spijsvertering. Een eenvoudig maagzuur provocatie testje zou kunnen aanwijzen dat er niet zozeer sprake is van een structureel teveel aan maagzuur maar juist een tekort. Nader onderzoek zou kunnen uitwijzen  dat er omstandigheden zijn die veel stress geven en dat er ook lifestyle factoren (gedrag: zoals alcohol gebruik voor het naar bed gaan, laat en lang beeldschermwerk etc.) zijn waardoor het herstel in de nacht slecht is. Een Haarmineralen onderzoek (HMA) van ARL (Phoenix, Arizona) laat zien dat er sprake is van een overbelasting van het stress systeem (onderfunctie van bijnier- en schildklier-stofwisseling) waaruit we kunnen afleiden dat e.e.a. al langer bestaat. Tevens zijn er aanwijzingen voor tekort aan allerlei nutriënten, o.a. jodium (HMA en 24uurs Jodium urine test). Een adequate jodium status in het lichaam is voor veel processen van belang maar o.a. ook voor voldoende maagzuur productie en ook voor een optimale functie van bijvoorbeeld de receptoren van GABA (Gamma-aminoboterzuur) en Serotonine (twee belangrijk remmende neurotransmitters in de hersenen).

Vervolgens worden al die inzichten vertaald in een advies waarin gedrag, voeding en de ontregelde interne fysiologie allemaal een plek krijgen en dán wordt er gewerkt vanuit samenhang. Alleen dán kunnen we stellen dat er gewerkt wordt aan herstel en aan een duurzame oplossing. Het zal de patiënt inzicht geven in de relatie tussen factoren die hij/zij zelf kan beïnvloeden en gezondheid. Het is niet alleen een behandeltraject maar ook een geweldig leertraject.

customer-experience-united

 


Een reactie plaatsen

Jodium 24uurs urine test nu voor publiek beschikbaar!

Lab

Jodium tekort is een wijdverbreid probleem. Op deze weblog is daar al meer dan eens over geschreven.

Vanaf heden is de Jodium 24uurs urine test ook voor gezonde mensen beschikbaar. De betekenis van jodium binnen het terrein van de gezondheidsbevordering en de ziektepreventie is groot. Derhalve is het voor veel mensen bijzonder nuttig om te laten bepalen hoe het er met hun jodium depot voor staat.

Via de website www.biocoherence.eu kunt u de jodium test, alsmede andere op het verbeteren van de gezondheid gerichte testen, aanvragen.


3 reacties

Wat is de relatie tussen Fibromyalgie en borstkanker?

Fibromyalgie is een diagnose die de laatste jaren steeds vaker te horen is. Letterlijk betekent het ‘pijn in bindweefsel en spieren’. Het wordt ook wel weke delen reuma genoemd. Er is een overlap in symptomen met een ander ziektebeeld dat we CVS (Chronisch Vermoeidheid Syndroom) noemen. Beide diagnoses worden niet gesteld op basis van harde criteria maar door uitsluiting. Dat wil zeggen als een hele rij mogelijke diagnoses afvallen tijdens onderzoek dan blijft één van deze diagnoses als ‘etiket’ over.

Observaties in de VS geven aan dat de opkomst van het symptomen complex dat we als Fibromyalgie aanduiden ongeveer gelijk valt (70er jaren) met de ontwikkeling in de reguliere geneeskunde waarbij artsen Hypothyreoïdie (te trage schildklier werking) standaard met Thyrax (synthetische vorm van T4) gingen behandelen. Voor die tijd werd vooral van schildklierextracten gebruik gemaakt en deze bevatten i.t.t. tot Thyrax niet alleen T4 maar ook de afgeleide en biologisch veel actievere vorm T3.

Er zijn bijzonder veel aanwijzingen dat er een relatie is tussen al of niet klinische, schildklier problemen en genoemde diagnoses. In dat geval is er zeker een relatie met het epidemisch tekort aan jodium, ook in de Westerse wereld.

Ik zie bij de behandeling van mensen met jodium deficiëntie veel bevestigingen voor de hypothese dat Fibromyalgie o.a. met name een jodium deficiëntie ziektebeeld is. Onder andere, aangezien geen enkel nutrient (vitamine of mineraal) een solistische functie heeft in de stofwisseling en de werkelijkheid daarom altijd complexer is dan alleen een tekort aan één enkele stof. Zo werkt jodium bv. nauw samen met magnesium en een tekort aan magnesium is tegenwoordig ook eerder regel dan uitzondering.

De relatie met borstkanker is de jodium deficiëntie. Jodium deficiëntie is een veel voorkomende maar ernstig onderschatte factor bij het ontstaan van borstkanker bij vrouwen.

Een paar wetenschappelijke feiten op een rijtje:

  • Jodium maakt de oestrogeen-receptoren in de borstklieren minder gevoelig voorn oestrogeen.
  • Jodium reduceert de oestrogeen productie in overactieve eierstokken.
  • Jodium is essentieel voor apoptose (geprogrammeerde celdood) een fysiologisch proces dat in kankercellen niet meer optreedt.
  • Jodium is hét middel voor de behandeling van Mastopathie (pijnlijke knobbels en/of cysten in de borsten, al of cyclus gerelateerd). Veel vrouwen die borstkanker ontwikkelen hebben daarvoor al last gehad van Mastopathie.
  • Jodium levert een belangrijke bijdrage aan sterfte van kankercellen, vertraagd celdeling en verminderd de aanmaak van nieuwe bloedvaten in en rondom tumorweefsel.


Een reactie plaatsen

Schildklier: meest onderzocht en minst begrepen (6)

Naast de eerder genoemde aspecten voor een gezonde schildklierstofwisseling zijn een aantal nutriënten (voedingsstoffen) onontbeerlijk. Een aantal heb ik al even gememoreerd bij de bespreking van de omzetting T4 naar T3. In deze blog wil ik me vooral focussen op het belang van jodium en selenium.

Er is heel veel te zeggen over jodium. Zonder overdrijven is het het meest verwaarloosde mineraal in de reguliere geneeskunde. En er bestaan erg veel verkeerde opvattingen over dit voor het leven zo belangrijke mineraal. De redenen daarvoor zijn complex en ik zal het onderwerp hier en daar hooguit even aanstippen. Daarover later meer. 

Vroeger was een pathologische zwelling van de schildklier geen onbekend verschijnsel. Het werd ook wel Kropziekte genoemd. 

Sinds de ontdekking dat deze abnormale groei van de schildklier het gevolg was van een ernstig tekort aan jodium is er gejodeerd zout geïntroduceerd en werden bakkers bij wet verplicht om met gejodeerd zout brood te bakken. Sindsdien is de kropziekte uit het straatbeeld verdwenen en bestaat er een collectief idee dat het met jodiumtekort wel meevalt in Nederland. Niets is minder waar. Jodiumtekort is wereldwijd een epidemisch probleem en ook in Nederland komt het verontrustend veel voor. 

Jodiumtekort is de meest voorkomende oorzaak van schildklierproblemen. Hierover in de volgende blog meer.


2 reacties

Hypothyreoïdie type 2

De ochtendtemperatuur in rust, dus na de slaap en voordat er lichamelijke activiteit heeft plaats gevonden, is een goede graadmeter van het niveau van onze verbranding, ook wel ruststofwisseling genoemd. Dit is weer een belangrijke afgeleide van de schildklier stofwisseling. Niet te verwarren met de schildklierfunctie, want die vormt slechts een bescheiden onderdeel van de hele schildklier stofwisseling.

Type 1 en type 2:
Bij Diabetes mellitus (suikerziekte) maken we in de klinische geneeskunde onderscheidt tussen type 1 en type 2. Diabetes type 1 wordt ook wel insuline-afhankelijke diabetes genoemd omdat er een verminderde insuline productie is in de alvleesklier. De zogenaamde ouderdomssuiker wordt Diabetes type 2 genoemd omdat hier sprake is van een verminderde gevoeligheid van de insulinereceptoren.
Er is een groep artsen/wetenschappers in de VS die er voor pleiten om ook bij een te trage schildklierstofwisseling hetzelfde onderscheidt te maken, dus een Hypothyreoïdie type 1 en type 2. De reguliere geneeskunde heeft binnen dat onderscheidt dan alleen beperkt aandacht voor type 1 maar geen enkele aandacht voor type 2. Analoog aan Diabetes type 2 is er in het laatste geval een verminderde gevoeligheid van de receptoren voor de schildklierhormonen met als gevolg een verminderd effect. Er is steeds meer reden om aan te nemen dat dit laatste niet onderkende probleem epidemisch voorkomt.

Advies:
Het is belangrijk dat een advies om te komen tot een optimalisering van de schildklierstofwisseling altijd moet worden beschouwd als een aanvulling op of een onderdeel van een breder behandeladvies.
Er is een hele reeks van nutriënten noodzakelijk voor een goed functioneren van de stofwisseling, dat geldt ook voor de schildklierstofwisseling. Daarom is een breedspectrum multi vitamine/mineraal onontbeerlijk. Voorwaarde is dat deze ten minste voldoende zink en selenium bevat. De hoeveelheid van 200 mcg selenium is noodzakelijk aangezien verantwoorde jodium suppletie alleen kan plaats vinden bij aanwezigheid van voldoende selenium.
Jodium is het eerste en belangrijkste mineraal als het gaat om de productie van de schildklierhormonen, maar ook allerlei andere schakels in de uitgebreide keten de we als schildklierstofwisseling aanduiden zijn jodium afhankelijk. Jodium tekort is een epidemisch probleem, afgaande op schattingen van de WHO (World Health Organization).

Naast een passend advies op het vlak van nutriënten  hebben we een unieke aanpak om de receptoren van de schildklierhormonen weer te resetten.

Zoals gezegd dient ook de behandeling van Hypothyreoïdie type 2 altijd binnen een individuele totaalbenadering plaats te vinden. U kunt hierover contact opnemen met CCG (info@ccgonline.eu).


Een reactie plaatsen

Schrikbarende toename Diabetes onnodig.

Het NOS Journaal maakte gisterenavond melding van de verontrustende toename van Diabetes in onze ‘moderne’ tijd. Er zouden dagelijks 200 diabetici bijkomen en dat zijn inderdaad schokkende aantallen.

Het meest schokkend van alles vind ik het gegeven dat het merendeel van deze gevallen op relatief eenvoudige wijze zijn te voorkomen. In elk geval waar het de gevallen van Diabetes Type II (DMII) betreft. Hoewel er wat vaag gedaan wordt over de ‘mogelijke’ oorzaken als te weinig beweging en slechte voeding, is er wel degelijk heel veel concreets over te zeggen.

DMII is een receptor aandoening. Hormonen en andere signaalstoffen in het menselijk lichaam werken bij de gratie van een specifieke receptor op de celwand van de cellen die gevoelig (moeten) zijn voor deze stof. Het effect wordt dan bepaald door de combinatie van voldoende signaalstof (bv. insuline in geval van DMII) en de gevoeligheid van de receptor. Er is mij DMII sprake van een verminderde gevoeligheid van de insuline-receptoren. Er zijn veel factoren bekend die een rol spelen bij de receptor functie, o.a. de mineralen zink, mangaan, chroom en jodium en vitamine D3.) Allemaal nutriënten die bij zeer veel Nederlanders tekort zijn. Daarnaast wordt de functie van de receptoren sterk beïnvloed door de in het lichaam aanwezige stresshormonen. Chronische stress laat z’n sporen na, en dat kan zijn in de vorm van een verminderde gevoeligheid van de insuline-receptoren.

Een door CCG dagelijks gebruikte mineralen analyse die in samenwerking met een specialistisch lab in de VS wordt uitgevoerd geeft op al deze vragen een individueel antwoord en maakt het mogelijk om de risico’s in kaart te brengen en praktisch te vertalen naar voeding en lifestyle. Voor vragen neem contact op met wim@ccgonline.eu (de eerste 5 respondenten kunnen een korting van 30% krijgen op de test en het Nederlandstalige analyserapport; zij betalen dan € 77,- i.p.v. € 110,-).


4 reacties

Hypothese: Er is een relatie tussen jodium inname als oorzaak van hart- en vaatziekten.

In een overzichtsartikel in “Journal of the American College of Nutrition, Vol. 25, No.1 1-11 (2006)” beschrijft Stephan A. Hoption Cann, PhD de hypothese dat een tekort aan jodium inname een belangrijke oorzakelijke factor kan zijn bij het ontstaan van hart- en vaatziekten.

In het artikel wordt de literatuur besproken die suggereert dat jodium tekort een schadelijk effect kan hebben op het hart- en vaatsysteem en dat een hogere inname van jodium een gunstige uitwerking kan hebben op de conditie van hart en bloedvaten. De laatste decennia zijn we bestookt met berichten dat we vooral minder zout moeten eten (zie ook weblog ‘zoutarm is niet gezond’). Aangezien voor de meeste mensen in Europa gejodeerd keukenzout de belangrijkste jodioumbron is, is daardoor de inname van jodium duidelijk teruggelopen.


6 reacties

Casuïstiek: doodmoe vanwege niet onderkend extreem Jodiumtekort

Het betreft een man van omstreeks 79 jaar met een complexe voorgeschiedenis van bipolaire stoornis (manische depressie), gevolgen van ernstig auto-ongeluk enige jaren geleden, cardiovasculaire klachten, MD (Macula Degeneratie), maagbloeding, blaaspoliepen, eczeem, longemfyseem e.a.

De man maakt een zorgwekkend uitgebluste indruk, is afwezig, apatisch en versuft. Meting van de axillaire ochtendtemperatuur (=gemeten onder de oksel op het moment van wakker worden en voor het opstaan, volgens het protocol van Dr. Barnes) levert een gemiddelde waarde op van 35,6 graden Celsius. Volgens het onderzoek van Dr. Barnes, en meer dan 100 gevallen in de eigen praktijk hebben dit volledig bevestigd, duidt dit ondubbelzinnig op een T3 tekort. T3 is het biologisch actieve schildklierhormoon dat in het lichaam gevormd moet worden uit het door de schildklier geproduceerde pro-=hormoon T4.

Gezondheidseffecten van het biologisch actieve schildklierhormoon T3

  • T3 is het echt actieve schildklierhormoon in tegenstelling tot T4, dat vaak wordt aangeduid als het ‘voorraad hormoon’. T3 is drie tot tien keer actiever dan T4.

De schildklierhormonen:

  • Versnellen de bloedcirculatie in de bloedvaten en zorgen ervoor dat het bloed ook de cellen die het verst van het hart verwijderd liggen, bereikt. Op deze manier bevorderen ze de voedingsstoffen- zuurstof-, water- en hormoonbevoorrading van de cellen.
  • Zorgen voor betere doorbloeding van de huid, ze hydrateren en verzachten de huid door de vetproductie aan het oppervlak te bevorderen
  • Verbeteren het uiterlijk (gelaat)
  • Versoepelen spieren en gewrichten en verhogen de bloedtoevoer naar de organen
  • Geven alle cellen en organen energie door de activering van de mitochondriën, de energiecentrales in de cellen die warmte en energie vrijmaken.
  • Activeren van de hersenen die daardoor betere prestaties leveren en meer energie tot hun beschikking hebben.
  • Verwarmen het lichaam tot in de uiteinden (puntje van de heus, voeten, handen, oren) met een aangename, weldadige warmte.
  • Bevorderen het opruimen van afvalstoffen die zich rond de cellen ophopen.
  • Lossen vetten en cholesterol op, ontlasten zo de bloedvaten en beschermen tegen hart- en vaatziekten
  • Verfijnen de gelaatstrekken en maken het gezicht slanker, evenals de romp en de kuiten. T3 is een belangrijke factor in gewichtsvermindering (naar een optimaal gewicht).

Laboratoriumonderzoek naar z’n Vitamine D status en Jodiumdepot leverde op dat er sprake is van een extreem tekort aan vitamine D en een zo mogelijk nog veel extremer tekort aan Jodium. Nog nooit zagen we een patiënt met zo’n lage Jodiumwaarde.

Vanwege deze extreem lage waarden worden een suppletie programma ingezet met o.a. hoog Vitamine D3 en Jodium (in de vorm van Iodoral). De ervaring leert dat dit tijd nodig heeft. Ik zie hem 6 maanden later terug. Het verschil is meer dan opmerkelijk. Hij ziet er veel beter uit, z’n energie is aanmerkelijk verbeterd. Behandeling wordt gecontinueerd en op een later moment worden de laboratoriumwaarden opnieuw bepaald om de voortgang te objectiveren.

Bij sommige auteurs over schildklier hypofunctie kom je de opmerking tegen dat een vertraging van de stofwisseling als gevolg van een ernstig T3 tekort een beeld oplevert alsof iemand langzaam dood gaat. In dit geval had het er in elk geval alle schijn van en in die zin is deze man opnieuw aan het terugkeren naar het ‘land der levenden’. Geweldig om te zien, schrijnend dat dit soort zaken kennelijk zo gemakkelijk over het hoofd worden gezien.


5 reacties

Misverstanden rond Diabetes type II

Al jaren verbaas ik me erover dat er een aantal hardnekkige misverstanden zijn inzake Diabetes type II, ook wel ouderdomssuikerziekte genoemd. Hoewel die vlag de lading al lang niet meer dekt, want we zien deze aandoening steeds vaker op steeds jongere leeftijd optreden. Voor wie het onderscheid niet helemaal helder is, even een korte typering van het verschil tussen Diabetes Type I (Juveniele Diabetes) en Diabetes Type II (Ouderdomsdiabetes):

Type I Diabetes is een pancreas (alvleesklier) ziekte. Deze klier produceert in de betacellen het hormoon insuline. Insuline is een typisch opslag hormoon het zorgt o.a. voor de transport van glucose (bloedsuiker) vanuit het bloed naar de cellen, zodat het daar als brandstof voor de energie productie kan worden gebruikt. Bij deze vorm van Diabetes is er dus een tekort aan insuline. Hierdoor ontstaan er te hoge concentraties glucose in het bloed en dat is zeer schadelijk.

Type II Diabetes is eigenlijk een heel andere aandoening. Hormonen in ons lichaam werken altijd pas door de combinatie met een specifieke hormoonreceptor. Pas als het hormoon kan aanhechten aan deze receptor kan er een hormonale reactie ontstaan, in dit geval, het transporteren van glucose de cel in.  Het gevolg hiervan is dat de glucose concentratie in het bloed daalt. Dat is het GEVOLG van de werking van insuline, het is niet juist om de daling van glucose in het bloed als het primaire doel van insuline te beschrijven, hoewel dat een subtiel onderscheidt lijkt te zijn.

Wanneer een deel van deze receptoren ongevoelig zijn geworden voor insuline dan ontstaat ook een situatie waarbij er te hoge bloedglucose waarden zijn. Dat is de overeenkomst met Diabetes type I. Er is echter doorgaans wel degelijk genoeg en veelal zelfs teveel insuline beschikbaar, en dat is een belangrijk en fundamenteel verschil met Diabetes Type I. De oplossing die het lichaam genereert voor de te hoge bloedglucose waarden is met behulp van insuline, opslag in de vorm van vetweefsel (adipositascellen). Immers, vanuit de optiek van het organisme gezien is het veel schadelijker en dus bedreigender om langdurig rond te lopen met te hoge bloedglucose waarden dan met te veel lichaamsvet. Daardoor zie je vaak dat Diabetes Type II mensen last hebben van overgewicht.

Op de website van het Diabetes Fonds kunnen we het volgende lezen over Diabetes type II:

Net als bij de andere soorten diabetes, kan het lichaam bij diabetes type 2 de bloedsuikerspiegel niet meer goed in balans houden.

Dat komt bij diabetes type 2 doordat er te weinig van het hormoon insuline in het lichaam is. Bovendien reageert het lichaam niet meer goed op insuline. Het is ongevoelig geworden voor insuline. Dat heet officieel ‘insulineresistentie’.

En dat is naar mijn mening nu juist een verkeerde voorstelling van zaken. Bij Diabetes Type II is er primair sprake van een insulineresistentie en in bepaalde gevallen zal dat pas na verloop van (lange) tijd leiden tot een soort ‘uitputting’ van de pancreas waardoor er ook (secundair) een insuline tekort ontstaat. Té vaak zie ik dat artsen geneigd zijn om bij Diabetes Type II patiënten over te stappen op het inzetten van insuline als blijkt dat de bloedglucose spiegel onvoldoende of niet daalt als gevolg van de gebruikte medicamenten. En die stap gaat m.i. te snel en doet geen recht aan het werkelijke probleem bij Diabetes type II.

Deze week zag ik een man op consult die al sinds 1991 is gediagnosticeerd als Diabetes type II. Doordat medicatie tot nog toe onvoldoende daling van de bloedglucose waarden geeft wil de huisarts hem op insuline injecties laten overgaan. De hamvraag is evenwel of de reguliere middelen in dit geval gewoon onvoldoende werken en er mogelijk andere factoren zijn die er voor zorgen dat er een hardnekkige al jaren bestaande insulineresistentie is, of dat er inderdaad sprake is van een secundaire pancreas insufficiëntie (tekort aan insulineproductie). De meest voor de hand liggende reactie op deze vraag is om te onderzoeken óf er nog voldoende insuline wordt geproduceerd alvorens tot het spuiten over te gaan. Tot mijn verrassing gebeurd dat veelal niet. En wordt min of meer protocollair overgaan op spuiten. We hebben zelf in het lab laten onderzoek wat de insuline productie was. We doen dat door de bepaling van zowel insuline als C-Peptide in het bloed.

C-peptide (of connecting peptide) is een stof die in de alvleesklier vrijkomt bij de vorming van insuline. Het is, samen met het insuline, afkomstig van het pro-insuline dat door de pancreas wordt gemaakt. Zodra er insuline nodig is, deelt het pro-insuline zich in nagenoeg gelijke hoeveelheden insuline en C-peptide. Het C-peptide is daarom een goede maat voor de hoeveelheid nog door de alvleesklier geproduceerde insuline.

De uitslag wees uit dat deze man zowel een te hoge insuline als C-Peptide waarde in z’n bloed had. Dit bevestigt ondubbelzinnig dat er ondanks het lange bestaan van de ziekte, nog steeds primair sprake is van een insulineresitentie en dat het lichaam nog steeds probeert dat te compenseren door teveel insuline te produceren. Wanneer in dit geval zou worden overgegaan op het injecteren van nog meer (synthetische) insuline zouden de insulinespiegels alleen maar exponentieel toenemen en het resultaat zou zeker zijn dat er een forse gewichtstoename zou optreden (obesitas).

Nu wil het geval dat we bij hem o.a. onderzoek hadden laten doen naar z’n jodium depot. Jodium is (zie elders in de blog) essentieel voor de receptor gevoeligheid van alle hormoonreceptoren (inclusief de receptoren van enkele neurotransmitters). Er was sprake van een veel te laag jodium depot. In de afgelopen periode heeft hij naast de reguliere Diabetes medicatie hoge doseringen van een specifiek jodiumpreparaat gebruikt. Dit heeft er toe geleid dat in de bloedglucose waarde in minder dan 6 weken tijd daalde van gemiddeld tussen de 14-17 mmol naar 10-13,7. Ook bij andere Diabetes type II patiënten zie ik vergelijkbare of zelfs sterkere daling van het bloedglucose als gevolg van het gebruik van jodium.

Mijns inziens wordt er een, mogelijk zeer grote, groep mensen met Diabetes Type II te vroeg overgezet van de medicatie op spuiten van insuline, met alle schadelijke gevolgen van dien. Onderzoek naar insuline en C-Peptide waarden in het bloed zou een standaard procedure dienen te zijn alvorens de arts de overstap maakt. Ook onderschrijven deze ervaringen de observaties die elders in de wereld door collega artsen is gedaan, namelijk dat optimalisering van de jodiumstatus een belangrijke behandelcomponent is bij Diabetes Type II.

Wordt vervolgd.