Just another WordPress.com weblog


2 reacties

Effectief en duurzaam afvallen – vervolg

We zouden even terug komen op de invloed van de oestrogenen op de functie van de schildklier.

Zoals elders op deze weblog is beschreven moet het schildklier pro-hormoon omgezet worden in de biologisch actieve vorm T3. Dit is een uiterst belangrijke stap maar geen functie meer van de schildklier zelf. Daarom is het zo’n ernstige beperking om alleen naar de functie van de schildklier te willen kijken. Zelfs als iemand een normale schildklierfunctie heeft kan het nog zo zijn dat bijvoorbeeld de omzetting T4 naar T3 gebrekkig verloopt.

  1. Teveel oestrogeen kan leiden tot een gebrekkige T4/T3 omzetting.
  2. Teveel oestrogeen kan de opname van de schildklierhormonen afremmen.
  3. Teveel oestrogeen kan leiden tot een te hoge productie van het schildklierhormoon transport eiwit (TBG = Thyroid Binding Globulin). Hierdoor is teveel T4 en T3 gebonden en is er een tekort aan het zogenaamd vrij-T4 en vrije-T3 (resp. FT4 en FT3).
  4. Teveel aan oestrogeen is een belangrijke component voor het ontstaan van auto-immuun ziekten, waardoor het ook een rol kan spelen bij schildklier auto-immuun ziekten als Hashimoto en Graves.
  5. In de periode van de menopauze dalen de progesteron waarden sterk en kan er gemakkelijk een (nog sterkere) oestrogeen dominantie ontstaan. Reden waarom aandoeningen als hypothyreoïdie (te trage schildklier) maar ook Hashimoto drastisch toenemen in de periode van de menopauze.

Wat zijn de meest  voorkomende oorzaken van een oestrogeen dominantie?

  • Overproductie in vergelijking met de productie progesteron.
  • Stress is een belangrijke factor. Het stress hormoon cortisol wordt namelijk gemaakt van progesteron. Chronisch verhoogde cortisol productie zorgt er dan voor dat er te lage progesteron waarden ontstaan. Eenvoudig gezegd; als het lichaam moet kiezen  tussen ‘overleven’ en ‘voortplanten’ gaat overleven altijd voor (cortisol dus).
  • Hormonale anticonceptiva kunnen een verstoring van de schildklierstofwisseling geven.
  • Voeding: volgens sommige bronnen is het gebruik van voeding de grootste oorzaak van oestrogeen dominantie bij vrouwen. O.a. doordat voeding resten bevat van een groep pesticiden die vallen onder de “Endocrine Disrupting Chemical” (Hormoon Verstorende Chemicaliën). Maar ook teveel cafeïne, suiker, geraffineerd voedsel e.d. kunnen een oestrogeen verhogend effect hebben. Maar ook de hedendaagse gluten en koemelk kunnen een verstoring geven van de hormoonhuishouding.
  • Het gebruik van voedsel met Fyto-oestrogenen, zoals soja.
  • Obesitas zelf. Dat is een lastige, want vetcellen kunnen oestrogeen produceren en de berucht groep xeno-oesterogenen (zie verder) hebben de neiging zich op te hopen in het lichaamsvet. Vetweefsel is niet een soort passief reserveweefsel maar het participeert actief in de stofwisseling.
  • Alles wat de lever te sterk belast (zoals overmatig alcoholgebruik) kan leiden tot een verminderd vermogen tot afbraak van oestrogenen, dat in de lever plaats vindt.
  • Xeno-oestrogenen: er is een grote groep synthetische stoffen die evenals oestrogeen óók aanhechten in het het lichaam aan de oestrogeen receptoren. De plastic-weekmakers zijn daarvan een beruchte vertegenwoordiger, maar zoals gezegd, ook bepaalde pesticiden. Verder vallen bepaalde industrieel gebruikte oplosmiddelen hieronder. Stoffen die gebruikt worden in cosmetica, in schoonmaakmiddelen, in lijm, in verf, in vloerbedekking etc.

toxicfood

Oestrogeen dominantie kan worden vastgesteld met een speeksel-hormoontest. Wanneer DHEA en testosteron laag zijn, oestrogeen (estradiol) is normaal of hoog en progesteron is laag, dan is er sprake van een oestrogeen dominantie.

Wat in dit hele verhaal nog niets eens is meegenomen is het gegeven dat het gebruik van synthetische vrouwelijke hormonen (zoals de anticonceptiepil) tot een blijvende afname van de gevoeligheid van bepaalde hormoonreceptoren kan leiden. Dit is te corrigeren, maar gebeurt dat niet dan kan het een blijvende behandelblokkade zijn waardoor herstel van een optimale hormoonhuishouding en stofwisseling (en dus verlies van overtollig gewicht) geblokkeerd kan worden.

Alles met elkaar illustreert bovenstaande waarom gewichtsverlies bij vrouwen in de regel een complexere aangelegenheid is dan bij de meeste mannen. Zeker in een tijd dat het aantal hormoonverstorende invloeden (bij vrouwen) enorm is.

Zowel een te trage schildklierstofwisseling als een oestrogeen dominantie zijn ‘dikmakers’ die elkaar dus ook nog eens onderling versterken.

Daarom dient ook overgewicht altijd vanuit een systemische visie benaderd te worden. Vrouwen die met het 2.5 Vasten Dieet niet of te weinig afvallen zouden zich moeten laten onderzoeken of er bovenstaande factoren zijn die hiervoor verantwoordelijk zijn.

 


Een reactie plaatsen

Effectief en duurzaam afvallen – vervolg

Van een vrouwelijke volger van deze weblog (M.) die zelf ook met het 2.5 Vasten Dieet en het door mij gebruikte Kylea poeder aan de slag is gegaan, kreeg ik de navolgende reactie/vraag:

Mijn gewicht bij het begin van de 4 weken:  76.5 
Telkens na een dag vasten is mijn gewicht: 74.4. Om vervolgens na 2 normale dagen weer uit te komen op: 75.8
Na een dag vasten weer: 74.4. enz.
Vanochtend, na de dag vasten van gister, zelfs: 74.7

Ik wissel de vastendagen tussen de door de weekse dagen.
Op een vastendag neem ik een glas groentesap, een rijstwafel en in de avond sinaasappels, citroen en Kylea poeder.
Op de normale dagen vervang ik 1 a 2 x mijn ontbijt(magere kwark met pompoen-en zonnebloempitten) door sap met Kyleapoeder.
Op de avond van een vastendag heb ik het heel koud, normaal ben ik niet kouwelijk. Meestal kan ik de nacht erg moeilijk in slaap komen.
Op zich is het allemaal wel te doen vind ik.
Maar het resultaat valt me wel heel erg tegen. Dat maakt de motivatie wel moeilijker op peil te houden.

Het is goed om te benadrukken dat overgewicht niet het gevolg van een enkele eenvoudige verstoring is. Het mag dan zo zijn dat de door Michael Mosley aanbevolen werkwijze bij velen erg effectief is, er zijn zeker ook hindernissen. Ongelukkigerwijs komt dit probleem meer bij vrouwen voor dan bij mannen. Daarover meer in de komende blogs.

Om te beginnen is het goed om te benadrukken dat het wel belangrijk is dat er op de overige (niet-vasten) dagen vooral normaal gegeten wordt. Dat wil zeggen dat vrouwen in elk geval de 2000 kCal per dag binnen krijgen. Sommigen hebben  toch ongemerkt de neiging om op de normale dagen ook te matig te zijn, dat is niet verstandig.

Dat de aanpak van overgewicht bij veel vrouwen een wat complexere zaak is dan bij de meeste mannen wist ook Montignac al en hij schreef een boek over zijn methode speciaal voor vrouwen.

Deze complexiteit komt door een tweetal hormonale verstoringen die bij veel vrouwen voorkomen en die elkaar onderling ook nog eens versterken. Het heeft alles te maken met de functie van de schildklier stofwisseling (zie elders op deze weblog) en de balans van de vrouwelijke hormonen. Schildklier aandoeningen  komen gemiddeld bij vrouwen tot wel 10x meer voor dan bij mannen. Verder is de balans tussen de vrouwelijke hormonen oestrogenen en progesteron erg belangrijk voor het functioneren van de stofwisseling van de vrouw. Oestrogeen dominantie is een zeer veel voorkomende probleem bij vrouwen.

thyroidSchildklier: zoals elders op deze blog beschreven is de visie op schildklieraandoeningen in de reguliere geneeskunde nogal beperkt. Daarom wordt een te traag werkende schildklier of -stofwisseling, zo vaak over het hoofd gezien. Eén van de redenen dat schildklier aandoeningen meer voorkomen bij vrouwen dan bij mannen is gelegen in het feit dat het vrouwelijk organisme meer behoefte heeft aan het voor de schildklier zo essentiële mineraal jodium. O.a. komt dit omdat de vrouwelijke borstklieren, net als de schildklier een hoge affiniteit hebben met jodium. In de wetenschap is al lang bekend dat er een relatie is tussen mastopathie en borsttumoren (goed- en kwaadaardig) en schildklier aandoeningen. Jodiumtekort is volgens de WHO een wijdverbreid probleem ondanks alle pogingen van de reguliere geneeskunde om dit feit te ontkennen. Een eenvoudige manier om te onderzoeken of de schildklierstofwisseling te traag functioneert is het opnemen van de ochtendtemperatuur. De methode van dr. Broda Barns (“De trage schildklierwerking – de niet herkende ziekte” pagina 42) is daarvoor een goedkope en toegankelijke graadmeter. Normaal gesproken dient de temperatuur (gemeten onder de oksel; op het moment van wakker worden en vóór het opstaan) tussen de 36,5 en 36,8 te liggen. Bij menstruerende vrouwen dient die meting dan wel op dag 2 t/m 5 van de menstruatie plaats te vinden. Veel vrouwen die in het verleden diëten hebben gevolgd die gericht waren op calorie beperking hebben daardoor onwetend hun schildklierstofwisseling verder vertraagd. Doorlopende calorie beperking vertraagd de omzetting van het schildklier pro-hormoon T4 in de biologisch actieve vorm T3. Hierdoor ontstaat ook het beruchte jojo-effect wat deze diëten allemaal met zich mee brengen waardoor deze diëten altijd een tijdelijke hype zijn en na verloop van tijd weer naar de achtergrond verdwijnen. Een andere reden voor de vele schildklier aandoeningen bij vrouwen is de bij veel vrouwen heersende onbalans tussen de vrouwelijke geslachtshormonen.

De vrouwelijke hormonen: beide hormonen, oestrogenen en progesteron komen ook bij mannen voor maar in veel lagere concentraties. Het is van belang dat er bepaalde balans is tussen de oestrogenen en progesteron. Eerst iets over de oestrogenen, meervoud, dat klopt. Er zijn namelijk verschillende oestrogenen: estradiol, estron en estriol. Alle 3 deze hormonen zijn van belang voor een optimale gezondheid maar teveel is schadelijk. De eerste van de 3 genoemde hormonen is de sterkst werkende oestrogeen en verantwoordelijk voor de meeste ‘oestrogeen-symptomen’ zoals PMS en menopauze klachten. Onder bepaalde omstandigheden kan estradiol omgezet worden in 16-OH-oestrogeen, een kanker bevorderend hormoon. Estriol daarentegen heeft een beschermende werking tegen het ontstaan van oestrogeen gevoelige tumoren, verlaagd het risico van fibrose in de borstklierenen gaat juist de gewichtstoename als gevolg van oestrogeen (estradiol) dominantie bij vrouwen tegen. Het mineraal jodium helpt de balans tussen de oestrogenen te bewaren in het voordeel van estriol.

Er zijn drie vormen van oestrogeen dominantie:

  1. oestrogeen is hoog en progesteron is laag
  2. oestrogeen is hoog en progesteron is normaal
  3. oestrogeen is normaal en progesteron is laag

Oestrogeen dominantie betekent dat de verhouding oestrogeen/progesteron niet klopt, in het voordeel van oestrogeen.

Klachten die samenhangen met oestrogeen dominantie zijn: PMS, gewichtstoename, trombose, borstkanker, gevoelige borsten, harde knobbels of cystes in de borsten, fibrose vorming, migraine, endometriose, PCOS, vocht vasthouden (oedeem), stemmingswisselingen, depressie, angsten en overbezorgdheid, maar ook auto-immuunziekten, allergieën, astma, slaapstoornissen en schildklier problemen.

In de volgende blog meer over de invloed van de oestrogenen op de schildklier stofwisseling en tevens oorzaken van een verstoorde oestrogeen/progesteron balans.

Informatie die voor een goede beeldvorming van de hormonale balans van belang zijn is bijvoorbeeld: de leeftijd van de eerste menstruatie (menarge), menstruatieklachten en pre-menstruele klachten, zwangerschapsklachten of ongewenste kinderloosheid, gebruik van hormonale anticonceptiva zoals de anticonceptiepil of het spiraaltje met hormoonafgifte. En uiteraard, de reeds genoemde ochtendtemperatuur waarden.

 


Een reactie plaatsen

Samenhang tussen klachten

Eén van de meest basale en misschien wel dé meest basale eigenschap van een goede medische behandeling is dat er gedacht en gehandeld wordt vanuit samenhang tussen de verschillende klachten en verschijnselen. Het menselijk organisme is een complexe eenheid, maar wel een ‘eenheid’. In een gezonde situatie is er een dynamische balans die erop gericht is om onder wisselende omstandigheden een zo goed mogelijke coherentie te handhaven. Een betekenis van coherentie is juist het begrip ‘samenhang’.

Neem als voorbeeld een groep militairen die in speedmars lopen:

cu070320pb1059

We kunnen dit als een voorbeeld van coherentie zien. Kenmerkend voor dit voortbewegen is dat ieder individu in de groep hetzelfde bewegingspatroon heeft, ze lopen in ritme. Op afstand kan het lijken alsof het één geheel is.

In de natuur kunnen we op indrukwekkende wijze waarnemen bij scholen vissen of grote groepen vogels.

 

Zo is samenhang een kenmerk van gezond functioneren. Maar er is ook samenhang tussen de verschillende uitingen van disfunctioneren, die we klachten of symptomen noemen. Of we die samenhang nu zien en begrijpen of niet, die samenhang is er wel. Die samenhang dient de basis van diagnose en therapie te zijn. Wanneer dat niet het geval is vervallen we tot een reductionistische aanpak. De reguliere geneeskunde is daar een kernachtig voorbeeld van, waarbij we de enorme waarde van deze geneeskunde als crises-geneeskunde niet moeten onderschatten. Maar het bestaan van specialisten en superspecialisten die allemaal hun eigen deelgebied van het lichaam als aandachtsgebied hebben is veelzeggend. Ik heb mensen ontmoet die bij 3 of 4 verschillende specialisten lopen vanwege hun klachten en toch is er nooit een moment dat al die specialisten gezamenlijk om de tafel gaan zitten en zich afvragen hoe de verschillende puzzelstukjes tot één geheel zijn te maken. We zeggen dan dat de reguliere geneeskunde vooral klacht gericht en onderdrukkend van aard is. Niet gericht op herstel van een natuurlijke situatie.

419726

Natuurgeneeskunde in brede zin zou dat wel moeten zijn, maar is dat helaas lang niet altijd. Om vanuit samenhang te kunnen denken is het van belang om een samenhangend model, een systeem model te hanteren aan de hand waarvan klachten en symptomen ‘geplaatst’ kunnen worden en er samenhang kan ontstaan.

Laat ik een simpel voorbeeld noemen. Iemand komt in de praktijk voor maagzuur klachten. Een regulier arts zou wellicht een maagzuurremmer voorschrijven. Klacht gericht, geen oorzaak aanpakken. Maar een natuurgeneeskundig arts of therapeut die met natuurlijke middelen ook niet verder komt dan het behandelen van de maag beweegt zich in principe op hetzelfde niveau. Beiden zijn reductionistisch bezig.

Denken vanuit samenhang kan betekenen dat je nader onderzoek doet naar het functioneren van het autonome zenuwstelsel. Het belangrijkste deel van ons parasympatische zenuwstelsel, de N. Vagus, stuurt de hele spijsvertering aan.

Dat is ook de ‘tak’ die verantwoordelijk is voor ontspanning, herstel tijdens de slaap, regeneratie in brede zin, uitscheidingen etc. Stel dat een 72uurs HRV meting van Firstbeat aangeeft dat er sprake is van een sympaticus dominantie (het lichaam staat teveel in de ‘stress-modus’) dan is er dus sprake van een onderactiviteit van de N. Vagus en dus een gebrekkige aansturing van de spijsvertering. Een eenvoudig maagzuur provocatie testje zou kunnen aanwijzen dat er niet zozeer sprake is van een structureel teveel aan maagzuur maar juist een tekort. Nader onderzoek zou kunnen uitwijzen  dat er omstandigheden zijn die veel stress geven en dat er ook lifestyle factoren (gedrag: zoals alcohol gebruik voor het naar bed gaan, laat en lang beeldschermwerk etc.) zijn waardoor het herstel in de nacht slecht is. Een Haarmineralen onderzoek (HMA) van ARL (Phoenix, Arizona) laat zien dat er sprake is van een overbelasting van het stress systeem (onderfunctie van bijnier- en schildklier-stofwisseling) waaruit we kunnen afleiden dat e.e.a. al langer bestaat. Tevens zijn er aanwijzingen voor tekort aan allerlei nutriënten, o.a. jodium (HMA en 24uurs Jodium urine test). Een adequate jodium status in het lichaam is voor veel processen van belang maar o.a. ook voor voldoende maagzuur productie en ook voor een optimale functie van bijvoorbeeld de receptoren van GABA (Gamma-aminoboterzuur) en Serotonine (twee belangrijk remmende neurotransmitters in de hersenen).

Vervolgens worden al die inzichten vertaald in een advies waarin gedrag, voeding en de ontregelde interne fysiologie allemaal een plek krijgen en dán wordt er gewerkt vanuit samenhang. Alleen dán kunnen we stellen dat er gewerkt wordt aan herstel en aan een duurzame oplossing. Het zal de patiënt inzicht geven in de relatie tussen factoren die hij/zij zelf kan beïnvloeden en gezondheid. Het is niet alleen een behandeltraject maar ook een geweldig leertraject.

customer-experience-united

 


Een reactie plaatsen

Neuspoliepen, oorzaak en aanpak (een casus)?

Neuspoliepen zijn goedaardige zwellingen van het neusslijmvlies. Goedaardig wil zeggen dat ze niet zoals kwaadaardige kankerprocessen een tendens tot uitzaaiingen vertonen. Voor de rest zijn ze allesbehalve ‘goed’ en ‘aardig’ want je kunt er een hoop ongemakken van beleven. Volgens de website www.kno.nl is de oorzaak nog onbekend.

Reuk- en smaakverlies zijn veel voorkomende symptomen, naast uiteraard de chronisch verstopte doorgang van de neusholte.

Het feit dat KNO-artsen van mening zijn dat er geen oorzaak bekend is wil niet zeggen dat dit ook voor andere benaderingen geldt. Zo is het in dit verband interessant eens aandacht te besteden aan het in de natuurgeneeskunde gangbare model van de Duitse arts Dr. Reckeweg.

Om het kort te houden, Reckeweg heeft zich begin 1900 uitvoerig verdiept in de processen die ten grondslag liggen aan het ontstaan van ziekten. Daarbij speelt de balans tussen toxische belasting enerzijds en de uitscheiding daarvan, een cruciale rol. Anders dan in de reguliere geneeskunde die zich baseert op de cellulaire pathologie van Virchow, die ziekten bestudeert en diagnosticeert op het niveau van de cel en veranderingen in de celstructuur, baseerde Reckeweg zich op de al veel langer bestaande zgn. humoraal pathologie. Kort samengevat beginnen ziekelijke ontregelingen volgens de humoraal pathologie lang voordat er structureel (en dus waarneembare) veranderingen optreden, door een verslechterde uitscheiding van afvalstoffen en de reactie van het lichaam daarop. Reckweg onderscheidde 6 stadia in het verloop van gezond naar ernstig ziek.

Schematisch is het Systeem van Reckeweg als volgt weer te geven:

homotoxicologyjpeg

Het gaat me nu niet om een uitvoerige behandeling van deze benadering maar om het gegeven dat volgens deze benadering poliepen een lichamelijke uiting zijn van stadium 3 of 4 (daarover zijn de meningen verdeeld). Depositie wil zeggen het vormen van depots van voor het lichaam belastende stoffen omdat uitscheiding niet effectief mogelijk is. Impregnatie betekent dat de betreffende weefsels verzadigd raken van deze stoffen en dat deze doordringen tot in de lichaamscellen. Denk daarbij aan toxische stoffen en bacterieel of viraal materiaal.

Een casus:

Een man heeft al jaren last van chronisch verstopte neus en afname van reuk en smaak. Onderzoek door de KNO-arts wijst uit dat er veel poliepen in de neusholten zitten en een operatieve verwijdering volgt. Aanvankelijk geeft dit een verlichting van de klachten alleen het verlies van reuk en smaak wordt er niet door beïnvloed. In de loop van de tijd neemt ook het gevoel van verstopping weer toe.  Al eerder is deze man chirurgisch onder het mes geweest vanwege  poliepen op de stembanden.

Op basis  van de inzichten van Reckeweg ben ik mijn behandeling in november eerst maar eens lokaal gestart met een heel bijzondere natuurlijke stof die ik hem via een vernevelaar dagelijks laat gebruiken. Het is een stof met zeldzame ontgiftende eigenschappen maar daarnaast werkt het ook anti-bacterieel en anti-viraal (ook in de lichaamscellen). Minder dan aangegeven gebruikte hij, vanwege een druk programma, het vernevelen slechts 2-4x daags en ook niet alle dagen. Na 3-4 weken merkt hij een duidelijk positief resultaat. Inmiddels is de neusholte aanzienlijk minder verstopt en is de reuk en smaak voor het eerst sinds vele jaren voor 60-70% terug. Hij is nog maar kort met de behandeling bezig en het is niet ondenkbaar dat voortzetting daarvan een geheel herstel van reuk en smaak mogelijk maakt.

Het is om wettelijke redenen niet mogelijk om hier de details te verschaffen over de behandeling, maar voor nadere informatie kun je me e-mailen: wim@ccgforum.com

 


Een reactie plaatsen

Exorfinen

Sommige lezers zullen op de klank af dit woord verbinden aan de term endorfinen. En dat is terecht. Eerst iets over deze endorfinen. Ons dorp kent heel wat hardlopers en zij zullen zeker gehoord hebben van de “runners high”. Hardlopers kunnen na enig tijd een erg prettig gevoel krijgen dat wordt veroorzaakt door een sterke toename in de productie van deze endorfinen. Deze opium-achtige stofjes hebben heel veel functies en o.a. spelen ze samen met dopamine, een rol bij het jezelf gelukkig en energiek voelen. Het gevoel kan zelfs zo prettig zijn dat er een vorm van verslaving optreedt, maar daarover meer in een latere column.

Endorfinen spelen een sleutelrol in wat we het ‘zelfherstellend systeem’ noemen. Een systeem dat de gevolgen van stress, trauma’s, ziekten en andere vormen van overbelasting geneest. Endorfinen hebben te maken met geluk, energie, aandacht en concentratie, motivatie, stressbeheersing, vruchtbaarheid en immuniteit. Verder zijn het natuurlijke pijnstillers. Een verstoring van het endorfinen systeem kan aanleiding zijn tot een groot aantal lichamelijke en geestelijke stoornissen.

Nu dan terug naar de exorfinen. Het verschil in beide woorden is endo- en exo-. Deze uit het Grieks afkomstige voorvoegsels betekenen respectievelijk ‘inwendig’ en ‘uitwendig’. Endorfinen worden dus in het lichaam zelf geproduceerd en exorfinen komen van buiten.

Exorfinen zijn ook morfine-achtige stofjes die afkomstig zijn uit bepaalde voedingsmiddelen of worden in de darm door bepaalde bacteriën geproduceerd. De voedingsstoffen die bij vertering in de darm exorfinen produceren zijn gluten, zuivel (koemelk), soja en spinazie.

Vanwege de gelijkenis die deze stofjes hebben met de endorfinen heeft men ze exorfinen genoemd.

Normaal gesproken worden de exorfinen in de darm, in het bloed en desnoods in de hersenen afgebroken door een enzym dat DPP-IV genoemd wordt. Echter, de hedendaagse bewerking van voedsel heeft er toe geleid dat de exorfinen productie enorm is toegenomen. Verder zijn er veel mensen die om allerlei redenen, een slecht werkend DPP-IV enzym hebben. In die gevallen is er een sterke toename van bepaalde exorfinen in het bloed en dus in de hersenen. Wat de factor is die zorgt voor een selectieve toename van de 14 nu bekende exorfinen weten we niet. Sommige mensen blijken bij onderzoek in de urine slechts 1 exorfine te hoog te hebben en anderen scoren op 7.

Hoe dan ook, in die gevallen kunnen de stofjes een verstoring geven van tal van processen. Dit kan aanleiding zijn tot een grote variëteit aan klachten zoals vermoeidheid, een sterke behoefte aan het eten van koolhydraten en suikers, Diabetes type 1 en 2, eetstoornissen en/of overgewicht, schildklier aandoeningen. Verminderde werking van dopamine, met als gevolg lusteloosheid, snel verveeld, uitstelgedrag, motivatie- en aandachtsproblemen, AD(H)D, verminderde plezierbeleving, verslavingen en Parkinson. Depressies maar ook hechtingsproblemen, sneller verveeld in een relatie, borderline kenmerken. Snel geïrriteerd, verhoogde stress- en prikkelgevoeligheid. Angstklachten en hyperventilatie. Maar ook astma, allergieën en (auto)immuunziekten. Verminderde weerstand en Alzheimer of toegenomen pijngevoeligheid.

Een urinetest kan het bestaan van een exorfinen belasting aantonen. De strategie is vervolgens om de bron van de specifiek aangetoonde exorfinen te elimineren. Dus mensen zullen dan glutenvrij en/of koemelk-vrij moeten eten of in zeldzamer gevallen alle soja of spinazie uit de voeding moeten schrappen, samen met inname van extra DPP-IV. Een flinke inspanning? Ja, maar de beloning is groot.

Eerder gepubliceerd in “Blik op Zeewolde”, febr. 2017