Just another WordPress.com weblog


Een reactie plaatsen

Schildklier: meest onderzocht en minst begrepen (3)

In de reguliere geneeskunde is de productie TSH (=schildklier stimulerend hormoon van de hypofyse) en de productie T4 dé maat voor de schildklier stofwisseling. M.a.w. als deze waarden in het bloed binnen de normaalwaarden vallen dan is er vlgs. de arts met de schildklier niets aan de hand. Om te beginnen is het van belang om even naar die ‘normaalwaarden’ te kijken. Immers, wie bepaalt wat normaal is? Er is in de wetenschap verschil van mening over de gehanteerde normaalwaarden voor TSH. Waar veel artsenlaboratoria waarden tussen de 0,4-4 of 0,5 -5 als ‘;normaal’ beschouwen zijn er van de kant van fysiologen ook geluiden te beluisteren die aangeven dat een waarde van max. 2,0 normaal is. Dat is nogal wezenlijk. Immers iemand met een waarde van TSH=4,2 zal in het eerste geval te horen krijgen dat de waarde goed is of hooguit marginaal verhoogd terwijl in het tweede geval sprake is van een significante verhoging.

Voor alle duidelijkheid als de TSH waarde té hoog is, duidt dat in de regel op een te traag werkende schildklier. Er is een belangrijke uitzondering, maar daar kom ik later op terug.

Daarnaast is het zo dat het hormoon T4 maar een beperkte hormonale activiteit heeft en elders in het lichaam omgezet moet worden in T3, het eigenlijke biologisch actieve hormoon. Wanneer de omzetting T4 naar T3 moeizaam verloopt dan kan iemand keurige TSH en T4 waarden hebben terwijl er dan toch een te trage schildklierstofwisseling is. Je kunt dan feitelijk niet spreken van een te traag werkende klier, maar het resultaat is hetzelfde. Problemen in de omzetting van T4 naar T3 komen heel veel voor en worden regulier doorgaans gemist. De factoren die voor deze verminderde omzetting verantwoordelijk kunnen zijn komen later ter sprake.

Volgens de bekende Amerikaanse arts en schildklierdeskundige Dr. Barnes is het meten van de ochtendtemperatuur een veel betrouwbaarder maat voor de toestand van de schildklierstofwisseling dan het meten van TSH. Dat komt omdat de ochtendtemperatuur een directe afgeleide is van het niveau van de ruststofwisseling en die wordt in belangrijke mate door de schildklier bepaald.

Een ochtendtemperatuur (onder de oksel gemeten) dient tussen de 36,6 en 36,8 graden Celsius te liggen (vrouwen die menstrueren moeten dan wel meten op dag 2 t/m 5 van de menstruatie periode).


Een reactie plaatsen

Schildklier: meest onderzocht en minst begrepen (2)

De schildklier is een hormoonklier. De klier is gelegen in de hals, net onder de adamsappel. De hormonen van deze klier zijn verantwoordelijk voor de stofwisseling.  Onder stofwisseling verstaan we het totaal aan alle biochemische processen die zich afspelen in het menselijk lichaam.

De schildklier is onderdeel van het neuro-hormonale systeem.  Het ‘neuro’ deel verwijst naar het autonome- of vegetatieve zenuwstelsel. Dit betreft dát deel van het zenuwstelsel dat een belangrijke regulerende werking heeft binnen ons lichaam, en het functioneert autonoom. D.w.z. onafhankelijk van onze directe wil. We kunnen niet alleen door het te willen onze hartslag omhoog brengen naar 120 slagen per minuut. We beïnvloeden het autonome zenuwstelsel echter voortdurend, maar dan door gedrag. Een paar rondjes rond het huis doet de hartslag onmiddellijk verhogen. Het autonome zenuwstelsel werkt zeer nauw samen met alle hormoonklieren, vandaar de naam ‘neuro-hormonale systeem’.

Het is belangrijk om hier te benadrukken dat we over een een ‘systeem’ hebben. Het is één van de complexe regelsystemen in het lichaam. Regelsystemen die er voor moeten zorgen dat er onder wisselende omstandigheden een passende interne situatie wordt gehandhaafd. Dat we over een neuro-hormonaal systeem spreken is hierom ook van belang dat we beseffen dat er een grote onderlinge samenhang is tussen alle componenten van dat systeem. Raakt één van die componenten uit balans, dan heeft dat onvermijdelijk invloed op het hele systeem. Het is om die reden dat we binnen een systeembenadering van ziekte en gezondheid niet spreken van één enkele klier die niet goed functioneert, alsof de andere hormoonklieren tegelijkertijd wel optimaal zouden functioneren.  Anders gezegd, in onze ogen kan het niet zo zijn dat alleen de schildklier “ziek” is en de rest van het systeem niet. Samenhang, daar draait het om. Om het met een metafoor uit te leggen: als je aan één knoop van een vissersnet trekt, vervormt het hele net.

In de fysiologie spreken we van de HPT-as. Daarmee wordt de relatie Hypothalamus – Hypofyse – Schildklier bedoeld .

Thyroid-Physiology-TSH

We spreken liever over de schildklier-stofwisseling dan alleen over de schildklierfunctie. Want de schildklier is een schakel binnen een hele keten. Hoewel cruciaal, zijn er ook andere schakels die mede bepalend zijn voor de einduitkomst. Beschouw het maar als een lopende band waar allerlei handelingen worden verricht in de juiste volgorde teneinde een correct eindproduct op te leveren. Eenzijdige focus op de schildklierfunctie leidt gemakkelijk tot verkeerde conclusies. Het is alsof iemand de kwaliteitscontrole in een fabriek moet doen en volstaat met het controleren van het functioneren van 2 mensen die redelijk aan het begin van een lopende band hun werk doen. Wanneer bij de controle blijkt dat zij hun werk goed doen wordt de conclusie getrokken dat het proces goed verloopt. Dat hoeft helemaal niet, het kan zijn dat nummer 5 en 6 aan de band staan te suffen waardoor er toch een ondeugdelijk eindproduct van de band rolt. Hierover de volgende keer meer.