Just another WordPress.com weblog


Een reactie plaatsen

Casuïstiek: Hoe een te veel aan stress kan leiden tot slapeloosheid!!

Verslag van een patiënt:

Ik ben een vrouw van 46 jaar en kreeg vanaf mijn 40ste al last van overgangsverschijnselen. Mijn menstruatie’s werden steeds onregelmatiger en ik sloeg ook steeds meer maanden over. Bij de gynaecoloog heb ik dit laten testen en daaruit bleek dat ik in de overgang zat. Hiernaast had ik een drukke partime baan in het onderwijs en twee jonge kinderen. In deze jaren begonnen ook mijn ouders te kwakkelen met hun gezondheid. Mijn vader kreeg Alzheimer in een versneld tempo en opname in een verpleegtehuis liet niet lang op zich wachten. Binnen een half jaar herkende hij niemand meer. Hier had ik het erg moeilijk mee. Mijn moeder was hierdoor ook erg eenzaam. Ze werd steeds depressiever. Dit bracht enorm veel zorg van mijn kant met zich mee.

Ik had dus niet alleen gewone stress maar ook veel emotionele stress.

In april 2009 kwam mijn vader te overlijden. En nog datzelfde jaar maakte mijn moeder een einde aan haar leven. Dit was een enorme klap.

Mijn lichaam leek toen volkomen op de kop te staan. Voelde me vreselijk. Maar ik dacht gewoon door gaan.

Maar dit bleek niet zo te werken.

In jan. 2010 kreeg ik van de ene op de andere dag last van slapeloosheid. Dit varieerde van heel laat inslapen tot hele nachten wakker zijn. Dit kon soms wel 3 dagen achter elkaar aanhouden. Ook werden mijn overgangsklachten steeds erger. Ik had heel veel opvliegers en vaak last van hoofdpijn. Ook deze verschijnselen hielden mij uit de slaap. Ook had ik erg veel last van mijn maag. Zin in eten had ik totaal niet en als ik wel had gegeten dan had ik hier veel last van. Ben in deze periode nog twee maanden doorgegaan maar toen kon ik ook niet meer. Ik was doodmoe en ben toen in de ziektewet gegaan. In deze maanden kwam ik wel wat tot rust en ben herhaaldelijk bij mijn huisarts geweest, want ik kwam maar niet van die slapeloosheid af. Mijn huisarts schreef antidepressiva en een slaapmiddel voor. En zei dat ik een burn-out had.  Die moest ik maar gaan gebruiken dan kwam alles goed. Maar hier wilde ik niet aan verslaafd raken.  Mijn ouders hadden deze medicijnen ook veel te veel gebruikt en ik wist wat dit voor effect op hun leven had gehad. Ik bleef dus zoeken naar een andere oplossing. Heb toen een psycholoog bezocht. Maar die had niet het gevoel dat het geestelijk was. Ben toen maar naar het slaapcentrum in Zwolle geweest voor onderzoek. Toen ik daar kwam zei de neuroloog dat ze iedereen konden helpen met slaapproblemen. Nou dit heb ik niet gemerkt. Na 3 dagen onderzoek was de enige conclusie die zij konden stellen  dat ik niet in de diepe slaap kwam en dat ik toch maar weer naar een andere psycholoog moest en aan een kuur antidepressiva moest beginnen. Dit was een enorme teleurstelling. Ik ging mij steeds meer afvragen;” Wie gaat mij nu nog helpen?” Inmiddels leed ik aan chronische slapeloosheid.

In deze periode ben ik ook een paar keer bij een acupuncturist geweest. Als ik daar was geweest voelde ik mij wel wat beter maar het was niet voldoende om weer goed te kunnen slapen.

Op het internet kwam ik toen een artikel tegen over neurofeedback. En zo ging ik informeren bij het CCG. En zo kwam ik bij Wim Gelderblom terecht. (Ben overigens nooit begonnen met neurofeedback. Dit was in mijn geval niet nodig)

Totaal uitgeput zat ik bij Wim op het speekuur. Het was inmiddels bijna een jaar verder. Maar het voelde voor mij als thuiskomen. Wim had alle tijd en voor het eerst had ik het idee dat er echt naar me geluisterd werd en dat wat ik voelde wel degelijk op waarheid beruste.

Ik heb een haaranalyse laten doen en daaruit bleek dat mijn lichaam zich in de uitputtingsfase bevond. Hier stond ik niet echt van te kijken.

We zijn aan de behandeling begonnen. En ik merkte al snel dat het veel beter met mij ging. Ik kreeg weer wat energie en het slapen ging ook steeds beter. Ook ging ik weer naar mijn werk. Hier kreeg ik ook weer zin in.

Tijdens de behandeling mocht ik Wim altijd bellen als het even niet goed met mij ging.  Dit was heel erg fijn. Bij welke arts mag je tegenwoordig dag en nacht aankloppen.

Maar helaas kreeg ik in jan. 2011 weer een terugval. Het slapen ging weer heel slecht. Dit was echt balen. We waren toch zo goed op weg met mijn herstel.

Met mijn hormonale cyclus wilde het nog steeds niet vlotten. Had inmiddels al weer een half jaar niet gemenstrueerd. Had weer veel opvliegers zowel dag en nacht en had weer veel hoofdpijn. Begon toch weer het gevoel te krijgen dat dit ook met het niet kunnen slapen te maken had.

Wim kon dit wel bevestigen en is mij toen ook hiervoor gaan behandelen. En sinds ik daar natuurlijke medicatie voor gebruik gaat het slapen veel beter. Ik kreeg weer menstruatie en het slapen ging meteen veel beter.

Inmiddels ben ik een half jaar onder behandeling van Wim en in afwachting van mijn tweede haaranalyse en ben zeer hoopvol gestemd over de toekomst.

Ik zit nu weer goed in mijn vel en heb weer energie voor alles. Geniet weer van het leven en slaap momenteel weer zoals ik gewend was.

Ben heel blij dat ik bij het CCG terecht ben gekomen en ben Wim in het bijzonder erg dankbaar voor deze voor mij zeer positieve behandeling.

Anoniem


Een reactie plaatsen

“Vraagtekens bij eiwitrijke voeding” (ND 26/3)

“Eiwitrijke voeding vergroot de kans op diabetes, meldt het Universitair Medisch Centrum Utrecht”, aldus het ND in een paginagroot artikel in de krant van zaterdag jl.

Het is een artikel naar aanleiding van een onderzoek dat is uitgevoerd door Ivonne Sluijs waarbij ze kon vaststellen dat mensen met een consumptie van meer dan 10 gram eiwitten (in vlees, kaas, melk en eieren) per dag een 16% grotere kans hadden op het krijgen van Diabetes mellitus type II. Nu zegt zo’n getal niet zoveel. Diabetes is typisch een multifactoriële ziekte, m.a.w. er zijn heel veel verschillende factoren die een rol spelen bij het ontstaan van Diabetes Type 2 (DMII). Een statische correlatie voor het voetlicht brengen tussen het voorkomen van DMII en één factor, in dit geval consumptie van dierlijke eiwitten, is hooguit richtinggevend voor verder onderzoek maar mag nooit een basis zijn voor verregaande conclusies. Nu stelt de onderzoekster zich terecht voorzichtig op, maar het risico is dat de pers met deze kop aan de haal gaat.

Het onderzoek zegt (nog) niets over eventuele nadelen van eiwitrijke voeding met betrekking tot ziekte en gezondheid. Uiteindelijk zal er gekeken moeten worden wat voor andere variabelen er zijn in de groep mensen met een hoge eiwitconsumptie en DMII. In welke vorm namen ze de eiwitten tot zich? Is er verschil in de consumptie van dierlijke eiwitten van biologische of niet-biologische herkomst? Wat was bijvoorbeeld de relatie tussen eiwitten en vetten in het gebruik van de melkproducten (volle melk of magere melk bv.)? Welke andere kenmerken zijn er te vinden in de groep mensen met een gemiddeld hogere eiwitconsumptie per dag?

Voorlopig is er nog steeds heel veel onderzoek dat aangeeft dat koolhydraat beperking in onze moderne tijd een belangrijke gezondheidsbevorderende werking heeft.


2 reacties

Enkele mythes over Burn-out

In het dagelijks leven wordt een toestand in de regel pas een ‘burn-out’ genoemd als de persoon in kwestie niet meer is opgewassen tegen de druk van de dagelijkse taken en verantwoordelijkheden. Wikipedia geeft de volgende omschrijving voor Burn-out:  een psychologische term voor het gevoel opgebrand te zijn, geen energie of motivatie meer vinden voor de bezigheden op het werk. Toch is deze definitie te beperkt en alleen daarom al eindigen teveel mensen in deze toestand, terwijl dat had kunnen worden voorkomen. De voordelen van een tijdig onderkennen van een burn-out tendens kan enorm veel ellende voorkomen en levert een enorme kostenbesparing op aan de kant van de werkgever.

Enkele hardnekkige mythes over Burn-out:

1. Burn-out is een psychisch probleem: Onjuist, Burn-out is een lichamelijk probleem, hoewel psychologische factoren kunnen bijdragen aan het ontstaan ervan. Burn-out zit dus niet ‘tussen de oren’.

2. Iemand die Burn-out is ligt de hele dag maar wat te hangen: Onjuist. In tegendeel, veel mensen die Burn-out zijn hebben een fulltime baan en lijken in een goede gezondheid te zijn. Maar ze zijn vaak moe en hebben veelal stimulerende middelen (zoals suiker, koffie en tabak) nodig om aan de gang te kunnen blijven. Veelal gebruiken ze hun werk om te vergeten hoe moe ze zijn. Zolang ze maar bezig zijn gaat het goed. Veelal hebben ze problemen als ze in rust komen. Dit kan zo jaren doorgaan voordat er ernstige problemen ontstaan.

3. Intensieve lichamelijke activiteit (sport) is goed voor mensen die Burn-out zijn: Onjuist. Hoewel mensen die Burn-out zijn zich vaak aangetrokken voelen tot intensieve sportbeoefening, maakt dit het probleem alleen maar groter. Het Autonome zst. kent twee standen, een sympaticus dominantie en een parasympaticus dominantie. Veel mensen met Burn-out compenseren hun uitputting door een sympaticus dominantie, feitelijk kun je dit gelijkstellen aan ‘leven op een energie-krediet’. Je geeft uit wat je niet hebt en het tekort wordt alleen maar groter.

4. Een vakantie, dieet of een vitamine preparaat hersteld een Burn-out: Onjuist. De meeste mensen herstellen nooit van een Burn-out doordat er geen nauwkeurig afgestemde behandeling plaats vindt gericht op het herstel van hun verstoorde stofwisseling. Ook zijn aanpassingen in de levenstijl noodzakelijk, begrip van de twee toestanden van het Autonome Zenuwstelsel is daarbij onontbeerlijk.

5. Burn-out treedt meestal op bij mannen die stressvolle banen hebben. Onjuist, Burn-out komt bij beide geslachten voor. Zelfs kinderen zijn tegenwoordig in toenemende mate Burn-out.

6. Burn-out heeft alleen invloed op het lichaam. Onjuist, het beïnvloed alle aspecten van het leven. De kwaliteit van het werk lijd eronder. Relaties lijden eronder om dat de persoon in kwestie de belangstelling in tal van zaken verliest en veelal ook in de partner. Er moet zuinig omgesprongen worden met energie want die is nodig om te ‘overleven’. Vaak begrijpt de partner niet wat er aan de hand is en dat maakt het alleen maar moeilijker.

7. Roken en een hectische levenstijl veroorzaken een Burn-out. Dat kan, maar het kan ook omgekeerd zijn. Iemand die Burn-out is kan daardoor een sterke aantrekkenigskracht hebben naar stimulerende middelen als roken, drugs, alcohol of intensieve sporten om het gevoel van uitputting te compenseren.


2 reacties

Leukemiepatiënten 20 jaar lang de dupe van 10x te hoge dosering chemo!

Het was een vrij onopvallend berichtje in het ND van vanmorgen, weggemoffeld op pagina 14, naast een full colour oproep voor steun aan Japan: “Leukemiepatiënten hebben 20 jaar lang een 10x hogere dosis chemo gekregen dan noodzakelijke was”.

Het gaat hier niet om een onschuldige therapie maar op een zwaar toxische behandeling. En dan kan het kennelijk bestaan in Nederland dat er gedurende 20 jaar gebruik van deze behandeling wordt gemaakt zonder dat er dosis-respons onderzoek beschikbaar was. Hoe is het in de wereld mogelijk? In een land waar de VWA (Voedsel en Waren Autoriteit) een leger ambtenaren in dienst heeft die moeten controleren of er vooral niet teveel vitamines worden voorgeschreven (let wel: teveel ten opzichte van de wetenschappelijk níet-onderbouwde aanbevolen dagelijkse hoeveelheden) of die het natuurlijke zoetmiddel Stevia tot voor dit jaar in beslag konden nemen omdat ‘niet bewezen was dat het veilig is” (Let op: In Japan is het al 20 jaar op de markt met een hele reeks aan veiligheidsstudies), in dát land bestaat het dat kankerpatiënten al 20 jaar lang gebombardeerd worden met een 10x te hoge dosering. Er is één partij die zich al tien jaar lang rot lacht over deze nalatigheid, gesteund door een selecte groep uiterst tevreden aandeelhouders. U mag zelf raden welke partij dat is.

Weer krijg ik het veelzeggende beeld voor ogen van een maffiabaas die een kleine jongen betrapt op het stelen van een appel en hem vervolgens besluit aan te geven bij de politie.

Het gebeuren bewijst maar weer eens hoezeer Nassim Nicholas Taleb, de schrijver van “De Zwarte Zwaan”, gelijk heeft als hij schrijft: “We kunnen dichter bij de waarheid komen met negatieve voorbeelden, niet door naar bevestiging te zoeken. Het is misleidend om een algemene regel te baseren op waargenomen feiten (pag. 70).”


136 reacties

Maagzuurtekort, een vergeten probleem

De meeste mensen kennen wel direct of indirect het probleem van een teveel aan ‘brandend’ maagzuur. En anders zorgen de TV reclames er wel voor dat we er van op de hoogte zijn. Voor Big Pharma is dit een uiterst lucratieve klacht, want naast alle zelfzorgmiddelen die er voor deze klacht bij apotheker en drogist te verkrijgen zijn, vormen de groep maagzuurremmende medicijnen de op één na meest verkochte groep geneesmiddelen ter wereld.

Toch is er een hardnekkig misverstand waar het maagzuurklachten betreft. Veel mensen met last van zuurbranden hebben eigenlijk een te lage maagzuurproductie en is de maag in die situatie overgevoelig. Dit resulteert in plotseling pieken van maagzuur productie bij bepaalde type voeding waarna de klachten ontstaan. Regulier wordt hier steeds alleen maar geconstateerd dat er een teveel aan maagzuur is en worden er maagzuurremmers ingezet. De paradox is dat als deze mensen tijdens de maaltijd een maagzuurverhogende tablet innemen (Betaïne HCL), dan hebben ze als regel helemaal geen last meer van de piek-productie en dus van zuurbranden.

Een tekort aan maagzuur kan evenwel ook zonder verschijnselen op het niveau van de maag verlopen. Een eenvoudige provocatietest kan in 3 dagen duidelijk maken of iemand een voldoende dan wel een tekort aan maagzuur heeft. Omdat maagzuurproductie, evenals alle andere functies van de spijsvertering, aangestuurd wordt door de Parasympatiscus-tak van het autonome zenuwstelsel en de meeste mensen kampen met de gevolgen van te veel stress, is maagzuur tekort een zeer wijdverbreid probleem.

De gevolgen van een te laag maagzuur niveau zijn enorm. De opname van alle mineralen en van vitamine B12 én de eiwitvertering zijn allen afhankelijk van de productie van voldoende maagzuur (en pepsine). Zowel de mineralen als Vit. B12 zijn zeer belangrijke sleutels in de stofwisseling en tekorten kunnen leiden tot de meest uiteenlopende klachten en ziekten. Zo zien we bv. met regelmaat mensen die schildklierproblemen hebben ómdat het maagzuur niveau te laag is waardoor er onvoldoende opname is van de de mineralen zink, selenium en vit. B12 waardoor de omzetting van het weinig actieve schildklierhormoon T4 in het biologisch actieve T3 moeizaam verloopt.

 


3 reacties

De leugen over vaccinaties

In het ND van maandag 14/03 komt uitgebreid Roel Coutinho aan het woord. U kent hem nog wel, de directeur van het Centrum Infectieziektebestrijding wiens vriendelijke stem en vertrouwenwekkende uitstraling de Nederlandse bevolking over de streep moest trekken om zich gewillig over te geven aan de zo bejubelde Mexicaanse griep vaccinatie. Bijna dagelijks was hij te zien op het journaal en in allerlei praatprogramma’s. Tótdat een slimme journalist ontdekte dat deze vriendelijk ogende ‘opa’ directe financiële belangen had in het door hem zelf aangeprezen anti-virale middel Tamiflu. Toen verdween hij om strategische redenen (?) van de buis en werd het stokje overgenomen door andere welwillende lieden die u ervan moesten overtuigen zich vooral vol vertrouwen over te geven aan zorgen van ‘Vadertje Staat’.

Afijn, deze Roel Countinho komt dus aan het woord in een paginagroot interview in het ND. Ontroerend om te lezen dat de man nog steeds voluit gelooft in de veiligheid van vaccins. Hij heeft zelfs, aldus de krant, bij het ouder worden mínder het gevoel dat de mens slecht is. Boeiende stelling die Freudiaans georiënteerde psychologen het nodige voer voor theorieën over zelfrechtvaardiging zal kunnen opleveren. Maar het vervolg is pas echt slim bedacht. Dhr. Coutinho benadrukt hoezeer hij van nature een ‘wantrouwig’ persoon is. U begrijpt de gedachtegang en u volgt die natuurlijk blindelings. Want als zélfs een wantrouwig man als Coutinho vertrouwen heeft in de vaccins die hij met droge ogen adviseerde aan zwangere vrouwen en kleine baby’s, dan kunt u gerust zijn. Dan is iedere twijfel wel weggenomen.

Blijft het voor mij een raadsel wat deze zelfde Roel Coutinho, wetenschapper van beroep, doet met de vernietigende mening van de prestigieuze Cochrane Collaboration in een review studie gepubliceerd in The British Medical Journal oktober 2006 (BMJ 281006) waarin de onderzoekers met verbazing spraken over de kloof tussen enerzijds de overtuiging van beleidsmakers over effectiviteit en veiligheid en anderzijds het gebrek aan wetenschappelijke onderbouwing over de werkzaamheid én de veiligheid van de jaarlijkse griepvaccinatie programma’s.

Hoe komt het toch dat ik precies het tegenovergestelde heb als Coutinho, hoe ouder ik wordt hoe meer ik besef hóe slecht de mens is.


8 reacties

Casus: Koortssyndroom door vaccinaties

Hieronder volgt het verhaal van de ouders van een 7 jarige patiënt:

Onze zoon is inmiddels 7 jaar oud. Hij is zijn leven lang heel vaak en snel ziek. Ongeveer iedere maand is hij een week ziek en dan heeft hij flinke koorts tot wel 41 graden, vervolgens moet hij flink spugen, heeft hij buikpijn, maar ook zijn benen/knieën doen erg pijn. Na veel onderzoeken in het regionaal ziekenhuis zijn we doorgestuurd voor een second opinion in het WKZ in Utrecht. Daar kwam men al snel tot de conclusie dat hij een genetische afwijking heeft waardoor hij zijn leven lang het koortssyndroom zal houden. Dat is niet te genezen en de koortsaanvallen zijn enkel te stoppen met prednison. Nadat hij in 2 maand tijd 5 koortsaanvallen kreeg, die iedere keer weer werden behandeld met een stootkuur van prednison, kreeg hij een door zijn lage weerstand een longontsteking eroverheen. De prednison leek de koorts te stoppen maar zijn weerstand kreeg elke keer weer een flinke deuk. Nadat hij voor de longontsteking zijn zoveelste antibioticakuur kreeg, waren we als ouders helemaal klaar met deze behandeling: het koortssyndroom was niet genetisch bevestigd, de prednison leek meer kwaad dan goed te doen en onze zoon raakte steeds verder achterop. School, sporten en spelen met vriendjes kwamen steeds verder naar de achtergrond.

In januari zijn we bij CCG terechtgekomen en daar werd na de intake vrij snel duidelijk dat onze zoon zijn vaccinaties 2 maand na zijn geboorte heeft gehad, terwijl hij 3 weken te vroeg geboren was: dat bleek veel te snel. Hij was vanaf de uitgerekende datum nog maar 5 weken oud voordat hij zijn eerste vaccin kreeg. Blijkbaar heeft dat zoveel ontregeld in zijn lichaam dat hij telkens aanvallen kreeg en zijn afweer dusdanig ontregeld was, dat hij niet meer normaal functioneerde. Hij heeft naast een aantal supplementen, een poly kindervaccin nosode gekregen (een homeopatisch middel gemaakt van de kindervaccins). Hij is in de afgelopen 2 maand 2 keer ziek geweest, de eerste keer was na 2 dagen de koorts weg (terwijl dat in het verleden minimaal 1 week aanhield). De 2e aanval was binnen een dag verdwenen. Beiden keren zonder gebruik van Prednison of andere reguliere koorts onderdrukkers. Heel voorzichtig beginnen we te geloven dat deze behandeling zijn effect heeft. Onze zoon gaat inmiddels voor het eerst hele dagen naar school, speelt net als zijn leeftijdsgenootjes weer lekker buiten met vriendjes, heeft met zijn buurjongens judo opgepakt en is heerlijk energiek. We kennen hem niet weer, ook sociaal gezien begint hij zich ineens versneld te ontwikkelen nu hij meer energie heeft. We zijn heel dankbaar voor zijn gezondheid. Het is erg jammer dat in de reguliere geneeskunde het Post Vaccinaal Syndroom niet erkend wordt/is. En voor ons als ouders een wijze les om naast de reguliere geneeskunde ook de waarde in te schatten van andere geneeswijzen.

Commentaar Wim:

De ervaring leert dat deze jongen binnen afzienbare tijd geheel hersteld zal zijn. De kans op het Post Vaccinaal Syndroom neemt toe bij het volgens de RIVM planning vaccineren van te vroeg geboren kinderen.


Een reactie plaatsen

Bedplassen bij kinderen

Een veel voorkomend probleem tegenwoordig is een verstoring in de mineralenhuishouding van ons lichaam. Al bij zeer jonge kinderen is dit eerder regel dan uitzondering. Erg actueel zijn de problemen die samenhangen met het mineraal koper. We spreken wel van het ‘koper onbalans’ probleem. Hierbij is er een tekort aan het sporen-element koper (in een biologisch bruikbare vorm) of een overschot aan koper in een biologisch onbruikbare vorm. Dit laatste vormt een serieuze belasting. Veelal is dit verworven doordat de moeder hier tijdens de zwangerschap al mee te maken had. Koper-onbalans gaat altijd gepaard met een tekort aan het mineraal zink, waardoor deze kinderen ook gemakkelijk weerstandsproblemen, huidklachten, darmklachten en allergieën ontwikkelen.

Kinderen met een koper-onbalans hebben meer en vaker last van bedplassen dan andere kinderen. Koper onbalans kan leiden tot verhoogde nervositeit en problemen met de controle van de blaas. Wanneer de koper-onbalans wordt hersteld verdwijnen de bedplas problemen doorgaans snel.


3 reacties

Is Burnout een psychisch probleem?

Hoewel het onderscheid psychisch of lichamelijk feitelijk een onzinnig onderscheid is, is de vraag wel gerechtvaardigd of er bij burnout alleen of voornamelijk sprake is van een psychische overbelasting of dat er sprake is van een lichamelijke component. Velen zullen denken dat met name het eerste het geval is, daarom zoekt men doorgaans psychische hulp voor mensen met een burnout. Toch is dit beeld niet juist.

Natuurlijk spelen er ook belangrijke psychische factoren een rol. Maar die hebben meer te maken met welke keuzes we maken en waarom. Over het (on)vermogen om onze eigen grenzen aan te geven, maar ook over arbeidscultuur, over de diepere motieven waarom men mee gaat in een overbelaste werkhouding. Waarom niet tijdig onze rust nemen etc. Maar de kern van de burnout is een lichamelijke oorzaak. Door een langdurige eenzijdig dominantie van de sympathicus (actieve kant van ons autonome zenuwstelsel) ontstaat er een uitputting van ons stress-systeem. Het systeem waarin de bijnieren als producenten van de stress-hormonen een centrale rol spelen. Daardoor neemt de belastbaarheid en de stress-tolerantie af en bij gelijkblijvende druk komt er dan een moment dat we niet verder kunnen; we zijn opgebrand. Effectieve behandeling en herstel van burnout zal daarom alleen kunnen plaats vinden wanneer het herstel van dit neuro-hormonale systeem een centraal onderdeel van de behandeling is.

Eén van de leidende bijnierhormonen in dit verband is cortisol. De natuurlijke productie van cortisol kent een zogenaamd circadisch ritme. Dat wil zeggen dat de bijnieren omstreeks 3 uur in de nacht een toename van de cortisol productie te zien geven. Dit loopt op tot de vroege ochtend (6-7 uur) wanneer de natuurlijke cortisol productie z’n piek heeft. Dit is feitelijk onze interne wekker die het organisme niet alleen uit de slaap haalt maar ook de energie geeft om aan de slag te gaan. Eén van de onmiskenbare signalen dat het bijniersysteem in de problemen komt is als men moeite heeft om  op te staan en de dag te beginnen. Mensen die ’s morgens eerst enkele koppen koffie nodig hebben om de dag goed te kunnen beginnen moeten gewaarschuwd zijn. Cafeïne is een cortisol-stimulans. De afhankelijkheid van koffie in de vroege ochtend kan aangeven dat de bijnieren al niet meer in staat zijn om normale hoeveelheden cortisol te produceren.